Energie-Blog

André Jurres

Dat er bij Engie/Electrabel grootmeesters schaken zitten wil ik niet gezegd hebben maar het is duidelijk dat de prof de leerling een lesje leert in onderhandelingstactieken.

 

Met beide benen vooruit schrijft het bedrijf een brief naar de premier van België en doen zij hem een voorstel met betrekking tot het verzoek van de federale regering om twee kerncentrales toch asjeblieft tien jaar langer open te houden.

 

Deze smeekbede komt niet alleen rijkelijk laat men heeft blijkbaar niet echt nagedacht hoe je aan een dergelijke onderhandeling dient te beginnen.  Slaan en zalven is hier op zijn plaats en ik had begonnen met het eerste.

 

De overheid heeft natuurlijk haar beperkingen maar zo naïef als dit kun je toch echt niet beginnen aan een verzoek waarvan iedereen weet dat het te laat komt of toch in ieder geval de tegenpartij het excuus geeft om te zeggen dat het te laat is.  De miljarden winsten die momenteel geboekt worden op de allang afgeschreven kerncentrales zijn heus wel voldoende motivatie lijkt me. 

 

De onzekerheid over de toekomst en tevens de korte termijn van de verlenging brengen verdere twijfels bij de huidige eigenaar mee.  Ook speelt de kennis en organisatie een rol gezien al jaren werd uitgegaan van een definitieve sluiting en het bedrijf zich hierop heeft voorbereid. 

 

Dit plaatst het verzoek van het bedrijf om de overheid mee te laten participeren in de twee kerncentrales die langer mogen openblijven in het juiste daglicht.  De termijn is trouwens een ander groot probleem want tien jaar is eigenlijk te kort om een normale afschrijvingstermijn te hanteren voor de extra investeringen die nodig zijn om de centrale klaar te maken voor een levensduurverlenging.

 

Nu is oud relatief gezien er in andere landen wordt uitgegaan van een veel langere levensduur dan in België, in Nederland gaat Borssele tegen 2033 al zestig jaar oud zijn en overweegt de Nederlandse regering om daar nog eens tien jaar aan te breien.

 

In de Verenigde staten gaat men nu al uit van een levensduur van tachtig jaar voor zijn kerncentrales en kan men dus stellen dat de voorgestelde verlenging in België eerder nog bescheiden is en dus eigenlijk te kort.  Een compromis zal gevonden moeten worden tussen risico en terugverdientijd.

 

Linksom of rechtsom de overheid, de NV België, kan het best mee een deel van het risico dragen en dus ook van de winsten.  Men zal deze twee centrales het best juridisch scheiden van de andere die gesloten worden om zo geen risico te lopen dat er kosten van de sluiting op deze verlenging komen.  Maar zelfs als men deze juridische scheiding toepast zal men het afval dat de twee centrales heeft geproduceerd gedurende de eerste veertig jaar van zijn werking ook moeten achterlaten in de entiteiten die gesloten worden.

 

De overheid dient alleen mee te betalen aan het nieuwe afval vanaf de termijn van de verlenging tot aan de definitieve sluiting.  Ook de uiteindelijke afbraak van de 2 kerncentrales die nu langer mogen openblijven dient bij de huidige eigenaar te blijven en dus uit de verantwoordelijkheid van het nieuwe bedrijf dat wordt opgericht voor deze verlenging.  Dat is logisch want Engie/Electrabel had al dienen te voorzien dat zij de afbraak dienen te bekostigen van alle kerncentrales gezien ze er eigenaar van is en dus alle lusten en lasten dient te dragen.

 

De onderhandelingspositie van de Belgische regering is op het eerste zicht niet sterk maar men dient er ook een win-win van te maken zodat het buitenlandse privé/staats bedrijf er ook de voordelen van inziet.  Het zorgpunt is wel dat naast deze verlenging met mogelijk dus extra miljarden winsten en marktdominantie het bedrijf ook nog eens nieuwe gascentrales mag bouwen waar ze ook subsidies voor krijgt.  De overheid doet zo bitter weinig een enige marktwerking op het vlak van productie en houdt zo de historisch dominante positie van dit buitenlandse privé/staats bedrijf mee in stand.

 

Pragmatisme zal aan beide kanten nodig zijn en de Belgische regering doet er wel goed aan om alles volledig transparant met de buitenwereld te delen eens er een akkoord bereikt wordt.  De overheid dient ook aan te geven dat er een stabiele energieprijs uit de productie moet komen met zelfs een mogelijke plafondprijs om zo het land ook enig voordeel te bieden van het langer openhouden van deze kerncentrales buiten natuurlijk de hoofdreden waarmee geschermd wordt zijnde bevoorradingszekerheid.