Energie-Blog

André Jurres

Dat onze sector niet centraal staat op een beurs zoals CES is normaal, maar het was toch opvallend hoeveel batterijfabrikanten ook de oversteek hadden gemaakt.  Net zoals mij al was opgevallen bij Intersolar in München zijn er gewoon te veel om op te noemen.

Ook in de niche applicaties zie je steeds meer aanbieders en zo sprak ik ook met een bedrijf uit Boston dat voor de zakelijke markt oplossingen biedt om steeds en overal elektriciteit te kunnen aanbieden.  De zogenaamde stacks (platte batterijen) zijn meer dan de vroegere UPR’s die vooral als back-up dienden, maar zorgen er gewoon voor dat iedereen zeker is van energie.  Door de explosie van toestellen ziet men nu al op bijvoorbeeld universiteiten dat het aantal stopcontacten ruim onvoldoende is en datzelfde geldt natuurlijk ook voor onze heilige werkplaats.  Zeker bij bedrijven die met flexplekken werken.

De explosie van al deze kleinschalige opslag gaat een zeer grote recyclage industrie te weeg brengen die nu nog niet bestaat.  Ook hier dient de overheid proactief te handelen zodat we niet zoals met onze andere afvalbergen met de kraan open dienen te dweilen.  Ook hier moeten de producenten van deze batterijen voor hun verantwoordelijkheid geplaatst worden en zorgen voor verwerking en recyclage.  Zeker omdat vandaag vele voorstanders terecht roepen dat een belangrijk deel van de oplossing recyclage is.

Een ander punt van aandacht blijft toch seizoensopslag waar men zich steeds meer bewust wordt dat zonder deze vitale schakel we nooit naar onze duurzame doelstellingen gaan en ook de efficiëntie van grootschalige windmolenparken op onze Noordzee niet op het gewenste niveau komt.  Onder andere de Nederlandse delegatie van de World Energie Council zegt dit nu zeer duidelijk en maakt via één van zijn leden, PWC, ook al bedragen bekend die nodig zijn.

Tot 2030 spreekt men alleen voor waterstofopslag toch al over 5-7.5 miljard Euro en tot 2050 over 27-37 miljard Euro. Dit gaat dan specifiek alleen over de behoefte van opslag voor de windmolenparken op de Noordzee.  Gezien wij ook in België nog meer investeringen overwegen in windmolenparken op zee zou de overheid hier tevens rekening mee moeten houden en voor zorgen dat deze zaken in de concessie gekoppeld worden. Dit betekent geen wind op zee zonder opslag op land.  Natuurlijk wordt de waterstof die wordt opgewekt met de windmolens eerst en vooral ook gebruikt in onze transportsector en slechts secundair om terug om te zetten in elektriciteit. 

Dat de huidige duurzame projecten slechts een marginaal resultaat hebben op de reductie van broeikasgassen is dan ook weinig verrassend, maar niet aanvaardbaar. Nu is onze economie vandaag natuurlijk nog vooral olie en gas gedreven(+90% van het primair energieverbruik als je geen rekening meer houdt met kernenergie gezien wij in België al onze kerncentrales willen vervangen door gascentrales).  Men beseft toch nog te weinig dat we nog steeds in de fase zitten van het laaghangende fruit wat de uitbouw betreft van duurzame energie, energiebesparing, smart grids, etc.

De echte groeipijnen gaan pas komen als we effectief onze fossiele import gaan beperken, maar vooral efficiënter gaan gebruiken.  Zowel aardgas als olie zijn eigenlijk veel te kostbaar om te verbranden in welke motor dan ook en men moet dit product naar de toekomst toe gaan herwaarderen.  De olie exporterende landen (en gas) hoeven in principe niets te vrezen indien we de producten alleen nog gaan inzetten voor andere toepassingen dan verbranding en bijvoorbeeld een vat olie richting de 200-300 dollar gaan brengen.

Terugkomend naar de elektronicabeurs van Las Vegas zien we toch vooral dat de enorme groei van drones, robots, elektrische wagens, batterijen en slimme IT oplossingen het elektriciteitsverbruik nog fors gaan doen stijgen en dat zien we nog veel te weinig in de vooruitzichten.