Energie-Blog

André Jurres

Dat velen hun benzine of diesel pruttelende motor nog geen goeiendag willen zeggen wordt iedere dag bewezen door de vele nieuwe wagens die over de toonbank gaan. Toch is de doorbraak van de elektrische wagen niet te stoppen. Eerst en vooral omdat de welvaart dermate snel toeneemt in sommige delen van de wereld dat we naar een verdubbeling gaan van ons wagenpark.

Om dit even in perspectief te plaatsen, we gaan de komende tien/vijftien jaar van 1 naar 2 miljard wagens. Het moge duidelijk zijn dat de optie om dit te doen op de huidige manier met fossiel aangedreven wagens op zijn minst een uitdaging is. Onze huidige dorst van grosso modo 90 miljoen vaten olie per dag (als ik mij niet vergis zit er 212 liter olie in 1 vat) met bijvoorbeeld 50% laten stijgen is met de huidige bronnen zo goed als onmogelijk.

Het is niet alleen onmogelijk, maar nog meer onwenselijk gezien de vele milieu effecten en medische uitdagingen. Natuurlijk kennen we allemaal de beelden van de bruine smog in Peking en ik heb deze persoonlijk al eens mogen ervaren en het effect op een samenleving. Maar zover hoeven we niet te gaan als de concentraties gif meten rond de ring van Antwerpen waar vele mensen wonen en kinderen die een groot verhoogd risico lopen op zaken zoals astma.

En toch ondanks de overweldigende argumenten om van het zwarte goud af te stappen als transportmiddel blijven velen deze verdedigen. Het recente dieselgate schandaal deint nog altijd uit en de bedrijven kopen hun schuld af met vele miljarden. De velen die hiervan door ziekte het slachtoffer zijn geworden kunnen wellicht niet meer spreken en het is dan ook de vraag of je zoiets uberhaupt kunt afkopen.

We weten allemaal het antwoord daarop, neen. Sommige zaken zijn niet af te kopen en het is dan ook verontrustend dat ook onze politieke verkozenen dit toelaten en niet eisen dat binnen de kortste keren komaf wordt gemaakt met de dieselmotor en bij uitstel met iedere verbrandingsmotor. Ondanks 100 jaar ontwikkeling is het rendement nog steeds bedroevend en de vervuiling nog steeds enorm en dat vooral ook door de wet van de grote getallen.

Dichter bij onze sector speelt hetzelfde, onze hoofdzakelijk door gas en kolen aangedreven sector zucht en steunt bij de lage stroomprijzen die al jaren aanhouden en dit heeft velen al genoopt tot sluitingen en afschrijvingen. Men kiest dan ook voor de vlucht vooruit als zelfs bedrijven als Shell kiezen voor windmolenparken op zee. Een positieve evolutie zonder meer, maar men stelt dat de groene sector blind is voor de kritieken.

Deze overigens voor een deel terechte kritieken worden dan gebruikt om deze wending teniet te doen door de positieve kanten van de fossiele sector te benadrukken. Belangrijk voor de duurzame sector is om te luisteren naar de terechte kritieken en te komen met echte onderbouwde antwoorden. Het is een beetje zoals met de klimaatontkenners die ook argumenten gebruiken om toch maar aan te tonen dat de mens geen invloed heeft op het klimaat.

De argumenten om wind en zon aan te vallen kunnen zelfs correct zijn, maar daarom zijn ze nog niet relevant of geen reden om het niet te bouwen. Dat de nog jonge duurzame sector nog gebreken kent is normaal en als je kijkt naar meer dan 100 jaar fossiele technologie dan kunnen we gerust stellen dat deze ook nog zeer grote gebreken kent (uitstoot, lawaai, onderhoud, duur, etc.). Eén van de grote gebreken van de nog jonge groene industrie is dat zon en wind niet constant aanwezig zijn en vooral in winterperioden grote tekorten kunnen veroorzaken.

Eén van de grote ontbrekende links is lange termijn opslag om dit euvel voor een groot deel te counteren, maar hiervoor is vandaag geen enkele incentive. De overvloed aan goedkoop gas duwt vele overheden in de richting van aardgas/lng als oplossing om reserve capaciteit te bouwen. Trouwens begrijpelijk en tijdelijk ook een goede maatregel gezien de vele werkeloze gascentrales die staan weg te kwijnen of werken met verlies.

Maar ook aardgas is slechts een transitie brandstof en nog steeds zwaar vervuilend (helft van kolen) en als dusdanig zullen we de komende decennia ook verder naar lange termijn opslag dienen te evolueren. Trouwens dat doen we vandaag ook voor een deel met onze strategische oliereserves in vele landen die vaak meer dan drie tot zes maanden verbruik kunnen dekken.

Een ander argument is vaak dat de maatschappelijke kost van deze transitie (lees van fossiel naar duurzaam) te duur is en dat er vaak geld verkeerd wordt geïnvesteerd. Beiden zijn juist en fout. De transitie van duurzaam is duur, maar wordt steeds goedkoper, als ik had gezegd in 2009 dat zonnepanelen vier tot vijf keer zo goedkoop zouden zijn tegen 2017 dan had men mij gewoon uitgelachen. Als ik nog maar een jaar geleden had gezegd dat windmolenparken op zee met minder dan de helft van de subsidie gebouwd zouden worden had men nog harder gelachen.

De weg naar een samenleving die afscheid heeft genomen van het zwarte goud is ongetwijfeld nog moeilijk, maar we hebben geen keuze willen we de generaties na ons nog een leefbare wereld geven. Enig idealisme is wellicht ook nodig, maar dat moet niet verstaan worden als naief, maar gewoon als overtuiging zonder mordicus blind te zijn voor de gebreken. Het was dan ook teleurstellend om een voormalig premier van België te horen zeggen dat handel drijven met totalitaire regimes beter is zonder echt te eisen dat in deze landen mensen onwaardig worden behandeld. De reden waarom we nu weer een situatie hebben in Noord-Korea is nu net door het gedoog beleid van China die al decennia lang een hand boven dit regime houdt door ze te voeden met olie en andere noodzakelijke middelen.