Energie-Blog

André Jurres

De Britse regering onder leiding van premier May heeft dan toch groen licht gegeven voor de nieuwe kerncentrale C van Hinkley Point. Een mijlpaal mag je dit wel noemen daar het bijna twintig jaar geleden is dat de bouw van een nieuwe kerncentrale werd goedgekeurd.

Dat de algemene directeur van EDF positief reageert is logisch, hij spreekt zelf van de start van een echte comeback van kernenergie. Dat optimisme een moral duty is weten we allang, maar spreken van een enthousiasme voor kernenergie in Europa lijkt me minstens twee bruggen te ver.

De nachtmerries die de ingenieurs ongetwijfeld hebben in Finland en Frankrijk met de bouw van twee nieuwe kerncentrales type III (EPR, European Pressurized Reactor) keren regelmatig terug en het einde van de lijdensweg is nog niet achter de rug.

In het licht van de ervaring met deze type III reactoren in aanbouw is de mededeling om binnen acht jaar operationeel te worden te nemen met een hele grote korrel zout. Dat de subsidie geen gelijke kent voor deze technologie is al eerder beschreven, gelukkig helpt de wisselkoers nu om het verschil te temperen, dat wilt zeggen vooral voor het zicht.

Nu spreekt men van een 92,5 pond per MWh gedurende 35 jaren, echter als je de kost in euro's wilt uitrekenen kun je niet zomaar de wisselkoers gebruiken, maar dien je de berekening in lokale valuta uit te rekenen. Enkele maanden geleden voor de Brexit spraken we nog van vlot 125 euro per MWh subsidie (wel met inbegrip van de opgewekte elektriciteit) het lijkt me realistischer om hier rekening mee te houden. Dat deze prijs zowat vier keer boven de actuele stroomprijzen ligt is een gegeven en geeft alleen maar aan wat de echte prijs zou moeten zijn van onze elektriciteit.

Belangrijker nog dan de hoge kostprijs voor dit type kernreactoren is wellicht het precedent dat hier ontstaat. Als een liberale overheid zoals die in Engeland bereid is om 35 jaar subsidie te geven om de bevoorradingszekerheid uit te bouwen en tegelijkertijd de sluiting van de kolencentrales wilt counteren om zo de CO2 uitstoot te verminderen, dan heeft zij in ieder geval een visie.

Afgelopen week had ik een gesprek met iemand uit de financiële sector die de terechte opmerking maakte dat het ontbreken van ontwikkelde financiële producten om grote infrastructuur projecten mogelijk te maken een van de belangrijke missing links zijn. De reactie in België op de komst van een Chinese aandeelhouder bij Eandis is symptomatisch hiervoor. Natuurlijk hebben we in ons land voldoende financiële middelen, alleen slagen we er niet in die te mobiliseren. De continue stijging van geld op onze zicht- en spaarrekeningen op een moment dat deze niets opbrengen zegt alles.

Onze samenleving is risico schuw geworden en we zijn zowat bang voor alles. De klaagzang over de Eandis deal vind ik ook ongepast gezien de Chinezen bereid zijn om diep in de buidel te tasten voor hun toch eerder kleine participatie en dit voor de publieke aandeelhouders van Eandis dus een goede zaak is.

Men vraagt mij de laatste weken of dit een goede zaak is, te veel of wel verstandig is. Mijn antwoord is altijd hetzelfde zijnde dat men voor een transparante aanpak heeft gekozen door de markt te laten bieden en de hoogste bieder heeft gewonnen. De zogezegd verontwaardigde reacties die hier en daar te horen zijn zijn toch vooral voor de bühne. Achter gesloten deuren lijkt het me dat de gemeenten gelukkig zijn met een dergelijk bod en de komst van een groot bedrijf als aandeelhouder. Is het aantrekken van buitenlandse investeerders niet de basis voor een deel van onze welvaart als kleine open economie?

De bezorgdheid over de herkomst van de aandeelhouder lijkt me in een globale wereld misplaatst en al helemaal als je weet dat China een zeer belangrijke handelspartner is voor Europa. De beste basis voor een duurzame economie en vrede in de wereld is het hebben van wederzijdse belangen, maar juist hier zijn op dit ogenblik vraagtekens over in het Europa van 28 lidstaten.

Er is een soort nationalistische reflex ontstaan gevoed door angst en negatieve emoties. Het komt neer op dezelfde reden waarom we al ons geld op zinloze spaarrekeningen zetten: aversie voor verandering. Onze maatschappij vergrijst en de angst neemt evenredig toe. Media en politici spelen hier graag op in want dat vergroot hun macht over die zelfde lezers en kiezers. Naarmate een samenleving ouder wordt is behoud het hoogst haalbare en status quo een overwinning. Verandering vergt moed en het durven opgeven van verworvenheden om anderen te kunnen laten groeien, maar hier heeft onze individualistische samenleving en economie geen boodschap aan.

Het vooruitschuiven van harde keuzes over onze toekomstige energiemix in België is jammer genoeg een constante geworden en ook deze regering heeft daar last van. Het langer openhouden van Doel 1 en 2 wordt steeds meer een molensteen voor een toekomstige energievisie daar de alternatieven moed vergen om nieuwe wegen in te gaan. Hoop en oplossingsrichtingen zijn er zeker ook, want er zijn wel degelijk politici die wel willen kiezen en bereid zijn om nu definitief afscheid te nemen van onze oude kernreactoren zodat nieuwe investeringen mogelijk worden.