Deze week naam de groot industrie via zijn vakorganisatie Febeliec het subsidiesysteem onder vuur dat wij kennen in Vlaanderen en Wallonië. Dat het eigenbelang hier vooral geldt, is redelijk doorzichtig maar het valt wel op dat de verschillende benadeelden een voor een een stukje bashing van het certificatensysteem op zich nemen. De argumenten zijn echter zwak en vooral de alternatieven die worden aangebracht nog slechter dan ons systeem. Het subsidiesysteem dat wij kennen in België is zeker niet perfect maar de lasten worden wel gedragen door vele schouders. De meerkost om tot 13% duurzame elektriciteit te komen zal ons op termijn een miljard Euro per jaar kosten(exclusief zonne-energie subsidie en exclusief ecologiepremies) te verdelen over alle verbruikte Kwh in België. Dat dit per gezin enkele tientallen Euro's per jaar zal kosten valt niet te ontkennen maar het verduurzamen van een deel van onze elektriciteitsbehoeften heeft een prijs. Maatschappelijk is hier zeker een draagvlak voor als men de vele marktstudies leest onder de burgers. Dat de subsidie per technologie kan verschillen is een goed idee op zich maar ik denk dat het belangrijker is om vooral subsidies te geven voor nieuwe installaties(en niet voor bijvoorbeeld het bijstokken van houtsnippers in oude kolencentrales). Het eigen belang schuilt om iedere hoek maar men moet wel objectief proberen te blijven en gewoon uitgaan van de cijfers. Als ik zelf kijk hoe moeilijk het is voor de bedrijven die nieuwe installaties ontwikkelen dan dient er zelfs gekeken te worden of de ondersteunende ecologiepremie voor biomassa en windprojecten niet vergroot moet worden. Dit heeft als bijkomend positief effect dat het aantal investeringen zal toenemen en zo zal de economische impact van de sector vergroten. Mocht men de bestaande systemen gaan afstemmen en uitbreiden dient men wel te beseffen dat men dit na overleg met de sector moet doen en minstens drie tot vijf jaar op voorhand moet aankondigen. Zo niet dan zal de financiële markt onze subsidiesysteem onder vuur gaan nemen en verliezen wij een potentieel voordeel dat we vandaag hebben ten opzichte van bijvoorbeeld Nederland. Men dient goed te beseffen dat onze buurlanden onze echte concurrenten zijn wat betreft het aantrekken van nieuwe investeringen en dit geldt dus ook voor de duurzame sector.