Er is een akkoord bereikt binnen de politieke partijen die nu aan de tafel zitten om een nieuwe regering te vormen, de sluiting van de kerncentrales blijft beperkt tot waarschijnlijk de twee kleinste. Â
De bestaande wetgeving blijft intact maar men gebruikt artikel 9 van de uitstapwetgeving om de CO2 haalbaar en betaalbaar te houden en er zijn teveel vraagtekens over een voldoende voorraad. Â Als sluitstuk spreekt men om de winsten van het langer openhouden te gebruiken om meer te gaan investeren in duurzame vormen van productie en voor onderzoek naar nieuwe typen kerncentrales.
Als voorbeeld gebruikt men de kerncentrale van Borssele waar de Nederlandse regering en de eigenaars van de kerncentrale daar overeengekomen zijn dat deze 20 jaar langer mag openblijven. Het bedrag dat genoemd wordt is echter niet correct, het is niet alleen de 250 miljoen € van de eigenaars die geïnvesteerd zal worden in duurzame vormen van productie maar de staat past ook 250 miljoen € bij.  500 miljoen € voor een centrale van minder dan 500 MW.  Daarbovenop investeren de eigenaars van de kerncentrale ook nog eens 50 miljoen € in een ontwikkelingsfonds voor duurzame ontwikkelingen. Â
Binnen de industrie(in Nederland) wordt nu trouwens ook gezegd dat dit een “koopje†was en er dus nog veel ruimte is om beter te doen.  Dit is belangrijk voor de Belgische regering om te weten, de berekeningen die ik heb gezien spreken eerder van een bedrag tussen de 10 à 55 miljard € over een periode van vijftien jaar als alle centrales zouden openblijven.  Minstens even belangrijk is de hefboom die de regering kan geven aan de markt om de liberalisering een grote duw te geven in de juiste richting.  Door de capaciteit(de output van de kerncentrales) bijvoorbeeld te gaan veilen via het gekende VPP principe zal de groothandelsmarkt een stuk liquider worden en er meer marktpartijen stroom aan- en verkopen in België.  Zoals steeds zorgt één maatregel voor effect op andere delen van de energieketen.