De zomer is in het land en dat hebben we geweten. De vele voorstanders van zonne-energie kloppen zich dezer dagen op de borst, want door de enorme groei van zonnepanelen en lagere vraag naar energie in de zomermaanden zien we nu geregeld negatieve stroomprijzen op de stroombeurzen.
Op zich is het natuurlijk positief dat duurzame energie op deze mooie dagen de goedkoopste bron van energie is alleen ligt de waarheid toch een stuk genuanceerder. Ten eerste zijn prijzen die als een jojo bewegen eerder een teken van verval dan van een structurele weg voorwaarts.
Duurzame energie is en mag niet goedkoop zijn, hij dient juist geprijst te zijn. De prijs zou in theorie ook altijd goedkoper moeten zijn dan zijn fossiele varianten, de realiteit is net andersom; groene stroom is tot vier maal duurder dan aardgas . Dat onze energierekening en dan vooral het elektriciteitsgedeelte meer op een belastingbrief is gaan lijken is al jaren een feit en tevens worden alle fossiele brandstoffen al decennia lang het hand boven het hoofd gehouden.
U weet ongetwijfeld dat op kerosine geen belastingen worden geint?! De wet die vrijstelling van taksen gaf aan kerosine dateert van de Tweede Wereldoorlog. Dit is trouwens ook het geval voor de scheepsdiesel die veel goedkoper is dan uw diesel aan de pomp. Alle beleidsmakers in vele lidstaten roepen in koor dat verduurzaming één van de hoofdthema’s is voor de komende decennia, maar vervolgens gaat men over tot de orde van de dag en evolueert de transitie veel te langzaam.
De euforische berichten over de groei van zonne-energie, windenergie, warmtepompen en elektrische wagens ten spijt, de uitstoot van CO2 gaat mondiaal jaarlijks vrolijk de hoogte in. Buiten het Corona jaar 2021 is de groei van uitstoot van broeikasgassen heel stabiel en vertoont hij geen enkele afvlakking op mondiaal vlak. De zogenaamde rijke landen dienen het goede voorbeeld te geven. Voor een deel doen ze dit ook door de uitbouw van meer en meer duurzame energie alleen verandert men niets aan het economische welvaartsmodel.
De honger naar absolute jaarlijkse groei zorgt nu eenmaal direct voor meer uitstoot, weliswaar niet zozeer bij ons maar zeker wel in groeilanden zoals China, India, Vietnam en zo verder. Zij produceren materialen voor ons, de uitstoot die daar wordt veroorzaakt moet ons dus ook aangerekend worden.
Zelfs in Noordwest Europa roepen sommige regeringsleiders op tot een pauze, wellicht is dit ingegeven door de milde recessie die ons nu bereikt? Duurzaam denken is gewenst maar blijkbaar nog niet ten koste van onze absolute groei.
Terugkomend op de zogenaamde goedkope huidige elektriciteitsprijzen draaien die ons simpelweg een rad voor de ogen. De netbeheerders kondigen inmiddels stuk voor stuk miljarden investeringen aan, want de bestaande netten kunnen al die decentrale productie niet aan met daarboven op nog de voorziene groei met factor vier van elektriciteit om alle fossiele brandstoffen te vervangen.
De batterijlobby tiert welig, nu zijn batterijen ook een (klein) deel van de oplossing zoals dat ook het geval is met vele andere oplossingen, maar de batterij verkopen als ronduit efficiënt is de waarheid behoorlijk geweld aan doen. Natuurlijk is een batterij an sich efficiënt als je de ratio neemt input versus output alleen is dat een onvolledige stelling. In transport kan elektriciteit zeker een deel op zich nemen, maar vrachtwagens die 7 ton batterijen meenemen om toch maar uw mooie paraplu of stukje vlees/vis ter plaatse te krijgen is zeker geen toonbeeld van efficiëntie.
De laadinfrastructuur die moet uitgebouwd worden om alleen al de personenwagens allemaal te bedienen is hallucinant en onrealistisch. Batterijen als opslagmiddel in het distributienet heeft waarde, maar veel verder dan enkele uren gaat de capaciteit tot op heden toch nog niet.
De overheden dienen de investeringen in de duurzame infrastructuur serieus te nemen en hiervoor voldoende middelen ter beschikking te stellen, of dit nu is voor netverzwaring, waterstofinfrastructuur, laadstations of om innovatie en opleiding te stimuleren.
Start eens eerst met de investeringen in zwaar transport en zoek als overheid niet het gemakkelijke laag hangend fruit van de personenwagens. Scheepvaart, luchtvaart en zwaar wegtransport dragen aantoonbaar veel meer bij tot de uitstoot van schadelijke stoffen en is tegelijkertijd de levensader van onze economie.
De gezinnen (weer) laten opdraaien voor deze investeringen zal ervoor zorgen dat groene stroom nóg duurder wordt ten opzichte van zijn fossiele soortgenoten. In plaats daarvan zou de transitie betaald moeten worden met inkomsten uit fossiele brandstoffen. De doelstelling die met andere woorden centraal moet staan is reductie van broeikasgassen en alle oplossingen dienen hieraan ten dienste te staan.