Energie-Blog

André Jurres

Bevroren prijzen blijken gloeiend heet

De bom is ontploft of was het toch een 1 aprilgrap? In ieder geval hebben een aantal leveranciers zeker gedacht dat het een grap was, want ze hebben op de valreep de gastarieven nog verhoogd. Blijkbaar laat de wettekst toch nog ruimte voor interpretatie en wordt de hele energieliberalisering hiervan de dupe. Dat deze maatregel slechts tijdelijk was voor een periode van negen maanden gaf al onzekerheid, vermits men niet weet wat er daarna komt.

De nobele doelstellingen niet nagelaten, ben ik geen liefhebber van het ingrijpen in marktmechanismen voor zover ze goed werken, je opent een route waar het resultaat niet gekend is. En hier wringt het schoentje, de dominantie van de historische marktspelers Electrabel/SUEZ/GDF en EDF Luminus blijft een doorn in het oog van vele politici en legt tevens een hypotheek op een goede marktwerking.  Marktpartijen die in hun historisch werkgebied meer dan 25% marktaandeel hebben zorgen voor een status quo en een hoge dam tegen mogelijk meer concurrenten. De vele nieuwe leveranciers waarvan er enkele zoals Nuon, Essent, Lampiris, Eon en Eneco een positie verworven hebben, slagen er niet in om hun aandeel substantieel te vergroten.

Alle nieuwe spelers zijn moeten beginnen met nul klanten. En zodoende werd de historische spelers een voorsprong gegeven die zonder politieke hulp eigenlijk niet in te halen valt. De echte oplossing blijft erin bestaan om een mechanisme (via wet) te introduceren die geen marktpartijen toelaat met meer dan 25% marktaandeel (SMP, Significant Market Party/Power) zodat de markt herverdeeld wordt en de nieuwe spelers tevens voldoende massa krijgen om rendabel te zijn.

Het is voor een overheid nooit te laat om dergelijke maatregel in te voeren wanneer zij merkt dat een liberalisering niet goed verloopt en zij vindt dat de oorzaak zich vindt in de dominantie van enkele partijen. Wat het SMP-principe betreft, zou ik als overheid zelfs de hulp van Europa vragen om deze maatregel volgens de regels van de kunst (voor zover die bestaat, want een standaard voor dergelijke maatregel de implementeren bestaat niet daar iedere markt anders is) SMP te introduceren en zo zorgvuldig te werk te gaan. Tevens dient dergelijke maatregel ook minstens zes maanden tot een jaar op voorhand aangekondigd te worden zodat de markt zich daar kan aan aanpassen.

Een tweede maatregel die de overheid kan bewerkstelligen is de productie gaan herverdelen of toch minstens de output van de elektriciteitscentrales. Hierover is al veel geschreven alleen gebeurt er zeer weinig. Zelf heb ik het idee van de aankoopcentrale (single buyer, uit de studie back to the future) voorgesteld als tijdelijke maatregel, maar men kan ook met VPP's (veilingen) werken waar men blokken elektriciteit te koop gaat aanbieden op de groothandelspartijen. Het kan een mix van beide worden, maar men moet begrijpen dat het uiteindelijk de markt en zijn spelers zijn die ervoor moeten zorgen dat ze voldoende investeren in eigen productiemiddelen.

De derde maatregel dient er uit te bestaan dat investeringen dienen aangemoedigd te worden zodat onze oude centrales vervangen worden. Men dient zich de vraag te stellen waarom er zo goed als geen investeringen gebeuren in België. Er zijn een aantal redenen, maar een van de belangrijke blijft toch het niet kunnen concurreren tegen afgeschreven centrales. Men zou partijen die willen investeren direct capaciteit ter beschikking moeten stellen zodat ze onmiddellijk in de markt kunnen gaan handelen en klanten maken. Men dient een investeringsloket ter beschikking te stellen die potentiële investeerders die vanuit het buitenland naar België willen komen begeleidt in zaken zoals vergunning. Een uniek loket en een eenmalige aanvraag tot het kunnen bouwen van nieuwe technieken in de energieketen met een snelle doorlooptijd (max. 12 maanden) maken ons aantrekkelijker.

Een vierde maatregel kan erin bestaan om als overheid duidelijke doelstellingen te formuleren die bijvoorbeeld verder gaan dan globale Europese doelstellingen. Neem het streven naar 13% duurzame energieproductie, dit zou men kunnen verhogen naar 20-25% om een doel te hebben dat uitdagend is en investeerders aantrekt. Dat hierdoor onze energierekening zal stijgen, moet men ook durven zeggen, maar in ruil krijgen we extra economische activiteit en een duurzamere samenleving. Tevens zal innovatie een duw in de rug krijgen.

Een vijfde maatregel bestaat erin om de regelgever meer macht en autonomie te geven met meer bevoegdheden. Een historisch monopolistische markt liberaliseert zich niet vanzelf, maar moet open gebroken worden. Tel hier de technologische uitdaging bij van het verduurzamen van onze energiehuishouding en je hebt het recept voor een grote uitdaging.  De overheid dient te begrijpen dat haar rol in de energiemarkt ook niet is uitgespeeld, maar zelfs belangrijker wordt gezien de uitdaging hiervoor omschreven. Per definitie zal de overheid wel een tijdelijke rol hebben die na het behalen van de doelstellingen stap per stap kan terugtreden uit de markt eens hij goed werkt.