De twee grootste politieke partijen van België toetsen voorzichtig af of een regering vormen mogelijk is nu de combinatie van gezondheids- en economische crisis voor de deur staat. De echte impact is nog niet zichtbaar, want vele sectoren worden nu rechtgehouden met geleend geld van de toekomstige generaties.
Alle inspanningen staan vooral in het teken van economische groei, althans om deze toch maar te krijgen na de klap die we dit jaar te verwerken krijgen. De energiemarkt biedt een opportuniteit om te investeren in nieuwe technologie gezien de keuzes waar alle landen voor staan om tegen 2050 zo goed als CO2 neutraal te zijn. Een huzarenstuk zoals nooit tevoren maar die op dit ogenblik wat naar de achtergrond is geschoven, want Corona brengt ons in overlevingsmodus. Niemand denkt nog aan morgen maar probeert vandaag met zo weinig mogelijk schade naar een wereld te gaan waar Corona onder controle is of zelfs uitgeschakeld.
De keuzes zijn voor ieder land trouwens niet hetzelfde want er spelen vele zaken mee: geografie, demografie, soort industrie, aanwezige infrastructuur, financiële middelen, etc. De vooruitgang van zon en wind krijgen de meeste aandacht ook al is bijvoorbeeld energiebesparing zeker zo belangrijk. De opkomst van elektrische wagens vraagt daarnaast meer aandacht voor het soort batterijen dat we willen gebruiken in de wereld van morgen.
1) Kiezen als nieuwe regering om investeringen in grootschalige groene waterstof infrastructuur mogelijk te maken
De hernieuwde aandacht voor waterstof gaat hand in hand met de ontwikkeling van veel wind op zee en men hoopt dat de ontwikkeling en productie van groene waterstof een zeer grote vlucht gaat nemen in volume. Door de enorme parken op zee komt er een massale hoeveelheid groene stroom productie die met momenten of zelfs volledig benut kunnen worden voor het maken van groene waterstof.
De meningen over waterstof lopen vandaag nog uiteen alhoewel die al decennia lang grootschalig wordt gebruikt in de petrochemie en aanverwanten. Er zijn zelfs al verschillende kleurtjes aan gegeven, grijze waterstof gemaakt vanuit aardgas, blauwe waterstof wat eigenlijk hetzelfde is als grijze waterstof maar de CO2 dient ondergronds opgeslagen te worden en groene waterstof die vooral met wind en in mindere mate nog met zon wordt gemaakt. Deze laatste gebruikt ook elektrolyse in tegenstelling tot de klassieke manier van grijze waterstof maken.
De ambitie die Europa onlangs bekend maakte is zonder meer groot te noemen, vooral als je weet dat het aandeel van groene waterstof vandaag in Europa eerder marginaal is te noemen. Men sprak van 1GW opgestelde productie via elektrolyse, maar dat getal lijkt toch enorm overdreven.
Tegen 2024 wilt men al op 6 GW zitten om dan tegen 2030 naar 15 GW productie vermogen van groene waterstof te gaan: maar waar gaat deze groene stroom vandaan komen voor al deze productie van elektrolyse?
Vanuit het oogpunt van efficiëntie wil je toch dat dergelijke productie eenheden 98% van de tijd op maximaal vermogen werken zodat men zoveel mogelijk hoeveelheden groene waterstof kan produceren om zo een grootschalige vervanger te worden voor aardolie, aardgas en steenkool. Voor 1GW elektrolyse vermogen heb je toch al snel minstens 6 GW wind op zee nodig en dat is geen gegeven!
Aan de andere kant is het natuurlijk goed en lovenswaardig dat er concrete doelstellingen zijn gecommuniceerd zodat de energiespelers en de industrie weten waar ze naartoe dienen te werken. Dat deze nieuwe grootschalige uitrol van duurzame energie zijn plaats zal krijgen naast zon en wind is zo goed als zeker. Hier zullen we dan ook de eerste decennia financiële ondersteuning aan dienen te geven zodat de technologie aan schaalvergroting kan gaan doen en de investering per KW naar beneden kan gebracht worden. Hoeveel goedkoper zal de opwerk van groene waterstof worden is vandaag niet met zekerheid te zeggen, net zoals we dat ook niet konden met zon en wind. Dat zon ondertussen al factor acht goedkoper is geworden vergeleken tien jaar geleden mag niet als benchmark genomen worden.
De investeringskost zal dalen maar anders dan met zon en wind heb je om groene waterstof te maken wel een brandstof nodig: groene stroom. Deze groene stroom dient betaald te worden en hier kom je dan al snel aan de marktprijs op de diverse stroombeurzen. Dat de prijs per MWh al meer dan een decennium zeer laag staat is geen garantie voor de toekomst gezien er fors moet geïnvesteerd worden in nieuwe vormen van productie.
2) Sluit alle kerncentrales en overweg (maar wel wachten) om er nieuwe te bouwen totdat er een nieuwe generatie kernenergie op de markt komt
Men heeft dit bijvoorbeeld gezien met de enorme maatschappelijke kosten die met de bouw van de nieuwe kerncentrales in Hickley Point of Flammanville zijn gemoeid, hier komt de echte kost transparant voor de samenleving naar boven en deze is groot te noemen: 35 jaar lang 135€ per MWh garanderen voor de investeerders in dergelijke centrales spreekt voor zichzelf.
3) Stimuleer investeringen in nieuwe flexibele gascentrales als transitie oplossing om zo tegen 2050 CO2 neutraal te zijn.
De revival van de “transitie” brandstof aardgas om te gebruiken in gascentrales mag dan waarschijnlijk zijn met een lagere investeringskost, maar ook hier zitten adders onder het gras. Een gascentrale is immers vrij duur qua operationele kosten. Ter indicatie: men heeft al snel minstens 50-55€ per MWh nodig om een rendabel project te hebben en kijkende naar de laatste tien jaar naar de stroombeurzen moge het duidelijk zijn dat ook deze vorm van productie subsidie zal nodig hebben.
De komende maanden zal er helaas weinig aandacht zijn te verwachten voor onze toekomstige energiemix daar de diverse regeringen in overlevingsmodus zitten door het Corona virus dat ze maar niet onder controle krijgen. Het klimaat kan niet meer wachten maar zal wel weer moeten wachten omdat alles moet wijken voor de huidige gezondheidscrisis die gevolgd wordt door een kleinere economie. De recente begrotingsdiscussies over het Europese budget voor de komende jaren laten ook duidelijk zien dat als er iets moet sneuvelen er al snel naar een reductie van innovatiebudget of verduurzaming wordt gegrepen. Tussen woord en daad komt zo een wereld van verschil.
4) Stel 1 vakminister aan om de ganse energietransitie te begeleiden
Net zoals in de gezondheidssector waar we meer ministers hebben dan goed voor ons in België zijn ook het aantal ministers van energie en klimaat bijna ridicuul te noemen en zorgt deze versnippering er ook voor dat enig krachtdadig beleid volkomen onmogelijk is geworden. Ook kan niemand nog afgerekend worden op het resultaat want men heeft van het wijzen naar de andere collega-minister met hetzelfde vakgebied een kunst gemaakt.
5) Overweg om naar 1 regulator te streven
De diverse regulatoren die België rijk zijn hebben op een aantal vlakken mooi werk geleverd maar de transitie naar een bijna volledige nieuwe energiehuishouding moet ook hier het signaal zijn dat kennis en kunde moeten gebundeld worden. De versnippering over alle regulatoren heen van die kennis zorgt ervoor dat er niet één controle orgaan is voor het controleren van beleid en marktwerking. Energie stopt niet aan de taalgrens of gewesten.