Energie-Blog

André Jurres

Het blijkt dat er vorig jaar meer geïmporteerd is en dat dit de komende jaren nog zal toenemen.  Dit heeft volgens mij niet zozeer te maken dat de stroom vandaag de dag betere koop is dan in België als wel dat we stilaan onvoldoende eigen productie hebben om aan de vraag te voldoen.  Toen wij begin 2002 begonnen met electriciteit aan te bieden aan bedrijven was het nog mogelijk om goedkopere electriciteit te kopen uit Nederland en Frankrijk.  De verschillen liepen op tot meer dan 10€ per MWh.  Niet toevallig is dit prijsverschil verdwenen als sneeuw voor de zon met de nadering van de opening van de markten.  Tegen de tijd dat de de consumenten konden kiezen wie ze als leverancier wilden werd het al moeilijk om nog ergens “goedkope” stroom te vinden.  Dat de stroom in Nederland duurder is geworden kan men nog verklaren door de enorme stijging van de gasprijzen, voor Frankrijk(en Zwitserland) is dat al veel minder.  Ondanks de eerste signalen dat ook zij steeds minder overschotten hebben aan stroom exporteren ze nog altijd grote hoeveelheden maar dan aan prijzen die gelijkgesteld zijn aan de prijzen in de Benelux.  Het kleine prijsvoordeel dat nog bestaat met Frankrijk wordt volledig teniet gedaan door het grenseffect,  de prijs die betaald moet worden om capaciteit te bekomen aan die grens en die wordt georganiseerd door de hoogspanningsuitbaters. 
Het is toch wel heel doorzichtig dat dit verschil ten bate komt van deze uitbaters en dat de capaciteit schaars blijft op de grens.  Ook al wordt er capaciteit bijgebouwd blijkbaar gebeurd dit slechts geleidelijk zodat de vraag steeds groter is dan het aanbod.  Een goed systeem om de waarde van de importcapaciteit hoog te houden en dus eigenlijk de grenzen gesloten.  Zeker in het geval van België waar één partij zogoed als alle rendabele productie opwekt. 
Het aankondigen van onze nationale hoogspanningsbeheerder Elia dat zij eraan denken om hun dividendsuitkering nog te verhogen naar 95% lijkt me gezien bovenstaande “schaarste” op z’n minst opvallend.  Een normale pay-out ratio lijkt me meer 50 à 60% te zijn gezien de investeringen die gedaan dienen te worden om een echt grensoverschrijdend netwerk te bouwen.  De energiebeurzen in Frankrijk, Nederland en recent in België lijden allemaal aan een gebrek van liquiditeit tijdens hun dagelijkse handel.  De volumes zijn veel te klein om een effect te kunnen hebben op de marktprijs en dit is bij de betrokken partijen zeker geweten.  Indien men een impact wilt hebben op de marktwerking zal men minstens op korte termijn dienen te groeien naar 25% en op middellange termijn(drie jaar) naar 40 percent van de dagelijkse, maandelijkse en jaarlijkse volumes.  Kijkende naar de huidige werking van de beurzen dragen zij eerder bij aan prijsoptimalizering voor de dominante producenten en als goed excuus om de beursprijs te gebruiken als een soort “officiele” richtprijs in onderhandelingen met grote afnemers.
Met het huidig marktmodel voor hoogspanningsbeheerders kan men in ieder geval zeker zijn dat ze een goed huisvadersaandeel in huis hebben.