Drukke tijden in energieland want in Nederland kwam de regering met zijn voorjaarsnota. Het energievraagstuk komt daarin ook aan bod in samenhang met de ambitie om te verduurzamen en de CO2 afdruk te verlagen. Het is een octopus geworden met vele armen. De critici zeggen dat van vele maatregelen niet bewezen is dat zij daadwerkelijk resultaat gaan opleveren, maar is deze fase niet één van “trial and error”?
Gezien er niet zoiets is als één oplossing voor alle uitdagingen probeert men vele wegen uit. Toen ikzelf in 2007 begon met de ontwikkeling van wind en zon werd door de gevestigde orde (lees: de historische energiebedrijven) ook meewarig gekeken naar deze nieuwe vorm van productie. “Fatale energie” werd het genoemd en het thema kwam slechts aan bod in de marge van de toenmalige energieconferenties. Hoe anders is het nu, dezelfde bedrijven hebben hun kar 180 graden gedraaid en roepen om het hardst “hoe groen ze zijn”. Op zich doet ieder op zijn manier zijn best, maar vergeet niet dat de veruit de meesten tegelijkertijd nog stroom produceren uit bruinkool, steenkool of aardgas.
De weg naar verandering is nu eenmaal één van volgehouden inspanning, ook al proberen beleidsmakers ons in de illusie te laten dat we het bestaande economische systeem vol kunnen houden. Niets is helaas minder waar: als je kort gezegd naast de CO2 uitdaging zaken als stikstof of waterverontreiniging meeneemt in de berekening dan weet je al snel dat de huidige manier van leven gewoon op een dood spoor zit.
De Nederlandse overheid voorziet aanzienlijke middelen voor de energietransitie, al heb ik wel mijn bedenkingen over de 24 miljard Euro die voorzien is om landbouwers uit te kopen. Geef de landbouwers zeker meer geld voor hun geproduceerde spullen, maar niet zonder de eis tot gefaseerde reductie van de veestapel met minstens 50 tot 70%. De specifieke situatie in Nederland met Nature 2000 gebieden waar landbouwers naast verblijven daarbij uitgezonderd. Deze zonevreemde bedrijven hoeven wellicht niet allemaal weg, maar dienen wel duurzame landbouw na te streven en dat is geen intensieve veeteelt bijvoorbeeld.