Energie-Blog

André Jurres

Ook vorige week ging de zenuwachtigheid over de stijgende gasprijzen in crescendo en illustratief was de beslissing van een grote kunstmestfabrikant om zijn productie eenheden aan een lager pitje te laten werken.

Men kan zich daarbij de vraag stellen dat als men nu reeds niet meer rendabel kan werken wat de echte transitie dan te weeg gaat brengen?  De industrie lijkt me een bijzonder grote uitdaging te hebben aan het loslaten van alle fossiele brandstoffen om hun producten te maken.

Nochtans is dat het objectief tegen 2050, maar voor velen is dat comfortabel ver weg.  De lobby in Brussel doet er alles aan om aardgas toch maar een groen label te geven. Objectief gezien is er echter niets groen aan aardgas.  Het is gewoon de helft minder vuil dan steenkool,  maar nog altijd een enorme uitstoter van broeikasgassen.

Hogere gasprijzen in Europa beginnen reeds te wegen op de industrie

Achterliggende oorzaken waarom we nu ineens met een enorme stijging van de gasprijzen te maken hebben zijn om te beginnen  vooral een gebrek aan lange termijn visie doordat men in slaap gewiegd was door het jarenlange spotgoedkope aardgas.  Vraag en aanbod waren dus niet in evenwicht en het aanbod kwam werkelijk van overal.  Dat de LNG schepen, LNG is aardgas in vloeibare vorm, nu even liever richting oosten varen is eerder toeval doordat onze Aziatische vrienden gewoon sneller en slimmer, en meer betalen, hebben gereageerd met het hernemen van de economie. Een andere reden is de Nordstream 2 pijpleiding die onder vuur ligt omdat vooral de Verenigde Staten de inwerkingstelling niet zien zitten.  In dit geopolitieke spel heeft Europa zich ook laten rollen door geen eigen visie te hebben hierop.  Dat de Russen nu even handig gebruiken maken door de kraan iets wat dicht te draaien is eerder te wijten aan de West Europese landen zelf.  Je kunt niet eerst besluiten om een pijpleiding te bouwen en als hij dan bijna af is gaan klagen over transparantie van je partner.  Dat Rusland een ander politiek systeem heeft is en was ook al geweten toen we beslist hebben om ons nog meer afhankelijk te maken van hun aardgas.

Europa en zijn lidstaten moeten vooral leren van deze en andere fouten en ervoor zorgen dat ze in de toekomst de import van grondstoffen mee kan controleren door bijvoorbeeld mee  te investeren in de brandstoffen van de toekomst.  Dat we  groene waterstof voor 80% dienen te gaan importeren betekent gewoon dat we van de ene afhankelijkheid, lees aardolie en aardgas, in de andere kunnen rollen.  Dit voorkom je het best door mede aandeelhouder te worden in de productie van je import.  Er zijn zeker landen te vinden waar plaats, zon en wind onbeperkt voorradig zijn en waar Europa gezamenlijk  in kan investeren, zodat onze import niet geopolitiek tegen ons kan gebruikt worden.

Dat de aardgasprijs momenteel minstens 3.5 keer zo duur is als in de Verenigde Staten is dus een cadeau dat we  deels van onze Amerikaanse vrienden gekregen hebben.  Dat onze vrienden aan de andere kant van de oceaan overigens terecht zeggen dat ze niet steeds de kastanjes voor anderen uit het vuur blijven halen is te begrijpen.  Europa is meer dan groot en sterk genoeg om op alle vlakken op eigen benen te staan en zelfs een leidende rol te nemen in de verduurzaming van onze impact op de planeet. 

De toekomst kan voor ons continent dus een worden van gidsend én leidend zijn in zowel de weg naar verduurzaming als  herverdeling van welvaart. Hoe? Door met landen samen te werken die ons toelaten om onze toekomstige grond- en brandstoffen in hun landen te produceren.  Zo bouw je als Europa mee aan een duurzame welvaart en biedt je perspectief aan de bevolking in die landen waar dat thans ontbreekt om hiermee hun eigen land op te bouwen in plaats van te vluchten omdat ze in eigen land geen toekomst zien.