Energie-Blog

André Jurres

Dat in tijden van oorlog het tromgeroffel nooit ver weg is zien we iedere dag.  De oplossingen voor onze energiehonger liggen echter niet voor de hand en zullen het uiterste van onze samenleving vergen.

 

Dit alles voorstellen als een technisch probleem dat we snel kunnen oplossen is de waarheid  geweld aandoen, maar de motivatie is door de oorlog in Oekraïne groter geworden. Gek genoeg is het laatste brandrapport van IPCC relatief ongemerkt voorbij gegaan en geeft nochtans veel belangrijke redenen om onze verslaving aan fossiele brandstoffen aan te pakken. De grootste roepers in de Europese politiek zijn meestal niet degenen die het meeste doen. Op dit vlak moeten we vooral kijken naar wat er achter de schermen gebeurt en wat de eventuele lange termijn effecten zijn van al die goede voornemens.

 

Hoe langer de oorlog in de Oekraïne aansleept hoe fundamenteler de wijzigingen kunnen zijn. Het voornemen om op korte termijn al voor een belangrijk deel van het Russische gas en olie af te geraken is doordrenkt met bloed.  Hoe meer bloed er vloeit, hoe minder gas en olie uit Rusland nog welkom zal zijn.

 

En toch is de het echte doel de reductie van broeikasgassen welke echter paradoxaal genoeg kunnen gaan stijgen als we massaal op geïmporteerde LNG overgaan uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten.  De technieken die gebruikt worden om het kostbaar goedje uit de grond te halen middels het zogenaamde fracking(het inspuiten van vloeistoffen en water om het naar boven te krijgen) is niet alleen lokaal nefast voor de natuur maar zorgt vaak ook voor meer lekken van bijvoorbeeld methaan.

 

Anders dan het kiezen voor alternatieve leveranciers voor olie, zorgt het kiezen voor andere leveranciers voor aardgas en dan vooral de transportmethode wel degelijk voor een negatieve impact voor het klimaat, de prijs en dus onze doelstellingen op termijn.  Het vervoer van aardgas via een pijpleiding is nu eenmaal de beste manier voor het transporteren van grote hoeveelheden.

 

Eens de oorlog stopt kan men er ook voor kiezen om Rusland herstelbetalingen te laten doen voor het vernielen van alle eigendommen in Oekraïne. Door ze dus niet te isoleren maar ze een deel van hun inkomsten te laten gebruiken om zo een compensatie aan te bieden. Wellicht klinkt deze uitspraak een tikkeltje naïef, maar ik kan me wel voorstellen dat een compromis beter is dan een nieuw ijzeren gordijn.  Het is beter om te blijven praten en  voorwaarden te stellen aan samenwerken zodat er een weg uit dit moeras is waar opbod van krachttermen eerder de regel wordt dan de-escalatie.

 

Terugkomend op de noodzaak tot het verduurzamen van onze economie en  toegespitst op onze energiehuishouding helpt deze crisis ook de diverse regeringen. Door extra maatregelen te nemen ten aanzien van  duurzame oplossingen met een grotere steun in de rug.  Niet om nog meer subsidie aan zonneparken te geven, want die zijn allang niet meer nodig, maar vooral om ontbrekende bouwblokken mogelijk te maken.

 

Of dit nu is in basisinfrastructuur voor het transport van CO2, waterstof, ammoniak of ondergrondse opslag etc.  In de productie van groene waterstof, slimme IT voor energiebesparing, batterijopslag, opleiding en studie men kan voldoende onderdelen opsommen waar nog grote stappen dienen gezet te worden. 

 

Zelf merk ik ook een wijziging in de industrie naar de zoektocht naar meer duurzame grondstoffen gezien de huidige steeds duurder worden of zelfs moeilijk te krijgen.  De uitdaging waar de grote industrie voor staat is hun methode van werking opnieuw te bekijken. Daarbij dient men rekening  te houden met een andere beschikbaarheid van basis zaken zoals energie.  Het volcontinue kunnen draaien van onze fabrieken is een weg waar in de toekomst voor alternatieven zal moeten worden gekozen.

 

Produceren wanneer dit optimaal kan en meer stock uitbouwen zodat niet alles ‘just in time’  beschikbaar moet zijn.  Corona heeft aangetoond (en doet dit nog steeds)hoe kwetsbaar onze economie is voor transportonderbrekingen en ook hier moeten we uit leren.  Ook het meer lokaal per continent gaan produceren van essentiële onderdelen is een vereiste om een economie meer duurzaam en robuust te maken.

 

Uitdagingen genoeg maar de belangrijkste blijft toch een aanpassing van de manier waarop wij vandaag leven. Hier ligt ongetwijfeld de grootste uitdaging voor vooral de Westerse wereld die met name de laatste vijftig jaar gewend is om alles te kunnen doen wanneer we dit willen.  Hiervoor blijken  momenten zoals een oorlog jammer genoeg kantelmomenten waarop zo’n gedragsverandering mogelijk wordt.