Energie-Blog

André Jurres

Vorige week zijn we weer een klein stapje dichterbij gekomen om tot een draagvlak te komen voor een toekomstige duurzame transitie waarbij het einddoel tegen 2050 vast moet staan. Nu is het gevaar met dergelijke termijnen die ver genoeg weg zijn dat ze vooral de volgende generatie aanbelangen en onze generatie heeft een niet al te best track record als het aankomt op lange termijn planning.

De resolutie, opgesteld door een aantal politici, heeft vooral de verdienste dat ze over de partijen heen is opgesteld. Deze parlementairen hebben een gemeenschappelijke tekst gemaakt die voor een deel kan dienen als lange termijn visie op de verschillende domeinen die bijdragen tot de aktuele fossiele samenleving. Industrie, energie, transport, landbouw en huishoudens vertegenwoordigen de bulk van deze domeinen en voor ieder deel is een paragraaf geschreven over de individuele doelen.

Kijkend naar mijn domein, zijnde energie, is het opvallend te noemen dat voor het stuk duurzame energie opslag helemaal niets is opgenomen in het document. Nochtans verdient opslag, zowel kleinschalig via batterijen als grootschalig via waterstof, een evenwaardige plaats naast netwerk, duurzame productie met wind en zon, verkoop en handel alsook fossiele brandstoffen. Het ontbreken van deze vitale schakel in elke toekomstige duurzame oplossing bewijst dat we nog een lange weg te gaan hebben.

Neemt niet weg dat de tekst zijn verdienste heeft als bouwblok in de zoektocht naar een onderbouwd plan dat kan dienen voor de verdere uitvoering. Een zaak die ook ontbreekt is de interactie tussen alle domeinen die steeds dichter naar elkaar toegroeien. Mijn eigen sector had vroeger weinig of niks te maken met transport maar dat is morgen helemaal anders. De brandstof van morgen voor transport zal voor een belangrijk deel opgewekt moeten worden. Of het nu elektriciteit is of waterstof, beiden hebben hun rol te spelen in een toekomstige oplossing voor uitstootvrije mobiliteit. Heeft iemand al eens de berekening gemaakt van deze enorme omslag om olie te vervangen door elektriciteit en waterstof.

De impact op de totale behoefte aan elektriciteitsproductie is enorm en mag gerust met een factor van drie tot 5 gezien worden. Van 15 GW naar 45-60 GW vollast output gaan is geen sinicure en ver van wat de heren politici nu in hun doelstelling hebben. De wens om tegen 2030 de helft van het wagenpark op elektriciteit/waterstof/CNG te laten rijden is een terechte wens en zelfs noodzaak, alleen mis ik enige onderbouwing hiervan. Dat de 2500 bussen van De Lijn ongeveer 400-500MW gedurende een jaar nodig hebben om elektrisch te kunnen rijden is een goede leidraad (waterstof tanken, elektrisch rijden) om uit te rekenen waar we naar toe gaan. De paar honderduizend vrachtwagens dienen deze omslag ook te maken en dit maakt al direct duidelijk dat de hoeveelheden energie voor ons transport het huidige objectief van 27% duurzame energie ver overstijgen.

Om nog maar niet te spreken over de 5 miljoen wagens die grosso modo de behoefte nog eens verdubbelen (vrachtwagens rijden 100.000 km per jaar, auto's gemiddeld 15.000 km). Tel daar het watertransport en de luchtvaart bij en de behoefte aan CO2 vrije energie is al groter dan ieder huidig plan voor ogen heeft zelfs bij 100% duurzame elektriciteit. Het blijft een beetje zoals de wens van Kennedy begin jaren zestig om naar de maan te vliegen. Toen een geweldig idee. De technologie moet echter nog wel voor een deel ontwikkeld worden en dat binnen de tien jaar.

Een andere positieve wens uit de klimaatresolutie is de wens om onze verwarming te verduurzamen en weg te halen van fossiele brandstoffen. Het naar voren schuiven van warmtepompen als oplossing hiervoor is juist, alleen is de praktijk vandaag eerder naar de andere richting aan het gaan. Dat stookolie verre van dood is bewijst de recente remonte van deze brandstof als alternatief in nieuwe woningen, ook het gebruik van houtpallets als verwarmingsbron voor nieuwe huizen is een tegenstelling tot de nieuwe resolutie.

De tekst heeft voor mij als verdienste dat hij verbindend gewerkt heeft over de partijgrenzen heen maar hij is slechts een eerste opstap., Ookal is het Nederlandse energieakkoord ruimer opgevat toch krijg ik een gedeeltelijk déja vá» effect. Natuurlijk is het energieakkoord het resultaat van een veel ruimer werk maar is het tekstgedeelte vergelijkbaar qua opzet. Wat beiden gemeen hebben is het vrijblijvende karakter ervan dat op termijn tekort kan schieten als deelnemers andere prioriteiten krijgen. Moet maar mijn eigen sector nemen die vandaag niet anders kan dan korte termijn denken gezien de financiële resultaten en vooral het gebrek aan visie op de toekomst.

De noodzaak om ambitieuzer te worden dan onze huidige doelstellingen wordt pijnlijk duidelijk in het noorden waar bijvoorbeeld bij eilanden rond Spitsbergen het permafrost al tot op 80 meter tekenen vertoond van instabiliteit (lees ontdooien) en de Noordpool letterlijk aan het zweten is. Mocht Siberie hetzelfde gaan vertonen dan is de schade niet te overzien door het vrijkomen van grote opgeslagen voorraden van methaan die het broeikasgas met een factor 20 gaan versterken.

En toch is het positief dat deze politici erin geslaagd zijn om hun verschillen opzij te zetten gezien er een gemeenschappelijk belang gevonden is waar ideologie geen enkele rol speelt, namelijk de toekomst van volgende generaties.