Energie-Blog

André Jurres

Ook dit jaar was ik rond eind november weer in Praag voor het jaarlijks congres over elektriciteitsproductie in Europa. Ieder jaar valt het op dat er nieuwe tendensen of zelfs opvallende items aan bod komen.

Eén van de zaken die dit jaar duidelijk is geworden over duurzame energie, is dat het als een belangrijke productiebron wordt aanzien. Dit zowel in absoluut volume (neem bijvoorbeeld wind in Duitsland) als in potentie naar de toekomst. Er was echter ook veel kritiek te horen over de vele vormen van subsidie (technieken) die vele landen erop na houden.

Eén van de pleidooien is toch om naar een uniform systeem te gaan wat subsidie betreft met toch een voorkeur voor een certificatensysteem. Het feed-in systeem wordt als minder stabiel aanzien gezien de landen die het toepassen de laatste tijd toch veel wijzigingen hebben aangebracht.

Een ander veelgehoorde klacht was de impact van de onvoorspelbaarheid van duurzame energie (vooral wind en zon) op de bevoorradingszekerheid en het gebrek aan maatregelen om hier iets aan te doen. De te lage elektriciteitsprijs op de groothandelsmarkt zorgt voor een acuut gebrek aan investeringen in flexibele centrales die voor een deel kunnen ingezet worden als er geen wind of zon is.

Een ander opvallend gegeven was een studie die de output van windmolenparken had samengeteld uit Spanje, Denemarken en Noord-Duitsland. Daaruit bleek dat de pieken en dalen van productie verrassend genoeg samen vielen en de stelling dat het koppelen van alle windmolenparken aan elkaar op de Noordzee stabieler stroom zou opleveren wel op losse schroeven komt te staan. Dit zal waarschijnlijk meer het geval zijn als je windmolenparken van Noord- en Zuid-Amerika aan elkaar zou koppelen. De windrichting en stromen tussen Zuid- en Noord-Europa blijken dus opvallend gelijkaardig te zijn.

Verder was er ook een opvallend duidelijke waarschuwing van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) dat in zijn verschillende scenario's aangaf dat het 1 voor 12 is wat betreft het beperken van de opwarming van de aarde met 2 graden. Op dit ogenblik zitten we meer in de richting van 3,5graden gemiddeld en hoe langer we nu nog wachten hoe onwaarschijnlijker het halen van de 2 graden wordt. De zogenaamde eurocrisis zorgt ervoor dat het klimaat tijdelijk is ondergesneeuwd voor de korte termijn belangen (op zich begrijpelijk maar kortzichtig) en de huidige klimaatconferentie in Zuid-Afrika zal naar alle verwachting niet veel opbrengen.

De eurocrisis zorgt ook voor een beperktere voorraad aan beschikbaar geld en dan vooral voor de grotere projecten kan dit een probleem worden. Leningen van meer dan 10 jaar worden moeilijker en de vraag voor meer eigen kapitaal ligt in het verlengde. Aan de andere kant blijven investeringen in duurzame toepassingen zeker interessant als relatieve laag risico belegging.

De ramp in Fukusjima en de daarop volgende beslissing van Duitsland om uit kernenergie te stappen is opvallend genoeg al weer ondergesneeuwd door de bovenstaande uitdagingen wat eens te meer bewijst dat men snel vergeet en ook niet veel leert van de ramp en zijn gevolgen. Het is business as usual wat betreft de bouw van nieuwe kerncentrales in een heel aantal landen (zoals China, Frankrijk, Tsjechië, etc) en het is wachten tot de volgende ramp gebeurt.

Positief was ook het niveau van de sprekers en de inhoud van hun presentaties, er was tevens meer dan voldoende gelegenheid om te netwerken zodat men toch een keer per jaar even terugkijkt en overleg kan hebben met sectorgenoten die opvallend open spreken over hun kennis en kunde. Dit congres is zowat het enige in Europa dat op dit onderwerp ingaat en het zal zeker kunnen blijven groeien en rekenen op onder andere mijn steun en hopelijk ook op deze van vele van mijn collega's uit de sector.