Vorige week was ik uitgenodigd in Nederlands Limburg in het mooie kasteel van St. Gerlach waar een ronde tafel was van een aantal experts die aktief zijn in de automobiel sector. Naast een aantal wetenschappers actief aan de universiteit van Aken was bijvoorbeeld de directeur van Nedcar ook aanwezig. Het doel was om via een aantal presentaties van deelnemers een aantal interessante stellingen te bespreken. Tijdens deze gesprekken was professor De Kort vooral een lans aan het breken voor de elektrische auto op basis van lithium batterijen met een modulaire capaciteit. Dit betekent dat men kan kiezen wat de afstand is die de wagen kan afleggen gaande van 50 tot 250 km. Er werd ook duidelijk gesteld dat dit soort wagens vooral diende voor korte verplaatsingen maar gezien het gros van de mensen minder dan 40 km per dag rijdt is dat geen probleem. Wat wel een probleem blijkt te zijn is het ontbreken van elektrische wagens vandaag, in Nederland zijn er vandaag minder dan 100 en beterschap is nog niet in zicht. Men bevestigde zelfs dat er nog geen standaard is afgesproken wat betreft de batterij technologie en de manier van opladen. Hiermee bedoelden ze op wereldvlak. De professoren vonden de ambitie van de Nederlandse netwerkbedrijven om alvast tienduizend oplaadpalen te gaan installeren dan ook echt voorbarig. Een soort déjá vu gevoel overviel mij als ik naar mijn sector zie die ook op een gegeven moment onder politieke impuls is gaan roepen de markt is open en dan pas is gaan nadenken over een degelijke set procedures en spelregels(in de juiste volgorde). Eigenlijk kreeg ik ook de indruk dat ook hier een degelijk stappenplan ontbreekt en dat is toch zorgwekkend gezien de noodzaak voor een betrouwbare logistiek en transport. Er werd ook tijd besteed aan het verduurzamen van de elektriciteit opwek en hier begreep men al snel dat pariteit een belangrijke voorwaarde zal worden als groene stroom de wereld gaat overnemen. Dat groene stroom vandaag gemakkelijk drie tot acht keer duurder kost dan de huidige groothandelsprijs voor elektriciteit is toch een serieus obstakel. Om deze pariteit te behalen is mij na deze vergadering ook duidelijk geworden dat de energieprijs zal stijgen en dit men een factor drie tot vijf. En dit niet alleen door de nieuwe groene stroom productie maar ook de netwerkbedrijven die er bij waren bevestigden dat ze voor grote investeringen staan om het netwerk aan te passen aan de moderne noden. Na enig aandringen werd toch al snel een verdubbeling verwacht van de huidige netwerkkost. De vraag die ik mij stel is of de politiek zich hier van bewust is en nog belangrijker zijn ze bereid om dit toe te laten? Veel keuze lijken we niet te hebben maar ik ben toch benieuwd, als u weet dat bijvoorbeeld 100 MW zonne-energie in Vlaanderen jaarlijks 300-350 miljoen Euro kost en dit 20 jaar lang dan kan men de optel som zelf even maken. Deze kost wordt rechtstreeks in het netwerktarief opgenomen en men zal dus in Vlaanderen zijn netwerkfactuur fors zien stijgen. Is dit erg, de facto niet als er draagvlak is voor de verduurzaming van onze energiebehoefte en de kostprijs die hier aanhangt. Het positieve is wel dat de investeringskost zal blijven dalen zolang de markt fors groeit en dit lijkt nu het geval te zijn. De nodige subsidies zullen hierdoor blijven dalen en de potentiële markt zal blijven groeien. Verder worden hier duizenden jobs mee gecreëerd ook al zijn dit dan grotendeels gesubsidieerde jobs. Ondanks deze positieve gevolgen zal onze energiekost dus stijgen met een factor van drie tot vijf.