Dat België voor een grote unieke uitdaging staat om de komende jaren alle kerncentrales te sluiten is inmiddels al zeventien jaar geweten en men zou denken dat het in het belang van ons land is dat een stabiel en betrouwbaar investeringsbeleid wordt voorbereid.
Dat er weinig opties overblijven dan nieuwe gascentrales te bouwen gezien de relatieve korte doorlooptijd, de flexibiliteit die dergelijke centrales bieden en de relatief lage investeringskost is vooral te wijten aan zeventien jaar non-beleid dat vooral gericht was en nog steeds is op het status quo.
Gelukkig zijn er enkele lichtpunten zoals de ontwikkeling van de offshore windmolenparken door onze Belgische industrie en de vele zonnepanelen op daken.
We hebben gezien dat de laatste achttien jaar sinds de liberalisering dat er veel te weinig lange termijn investeringen zijn geweest om onze oude kerncentrales te vervangen. De zogenaamd vrije markt blijkt geen eenvoudige voedingsbodem te zijn voor een gezonde marktwerking met voldoende investeringen. Dat de energie groothandelsmarkt sinds 2009 ook nog bijna tien jaar depressief is geweest waardoor de productieprijs voor elektriciteit veel te laag was om nieuwe investeringen te kunnen doen heeft de geboorte in vele landen van ondersteuningsmechanismen doen ontstaan.
In België kennen we al enkele jaren de strategische reserve, een mooi woord voor oude reddingsboei als onze kerncentrales nog maar eens in de lappenmand liggen in de winter. Daarnaast kent men in Europa ook wel andere mechanismen zoals een capaciteitsvergoeding (CRM) mechanisme.
Deze relatief nieuwe introductie heeft tot nu toe trouwens nog niet veel potten gebroken in Europa en bewijst ook dat beleid moet doordacht zijn en vooral volgehouden. Dat we in 2021 voor een belangrijk moment staan om te kiezen of we nieuwe flexibele gascentrales willen in België betekent dat de Belgische regering met steun van experts een dergelijk systeem heeft uitgewerkt en aan Europa heeft voorgelegd ter goedkeuring.
Men kan voor of tegen zijn, feit blijft dat de kerncentrales tot nader order tegen 2025 allemaal sluiten. Dat hernieuwbare energie steeds belangrijker wordt mag gelukkig dan al waar zijn het blijft vandaag toch eerder nog bescheiden te noemen op jaarbasis in de totale energiewaardeketen. De euforie berichten dat er op winderige en zonnige zaterdagen wel tot dertig en zelfs veertig percent van onze elektriciteit uit zon en wind komen maskeert vooral de te trage groei van hernieuwbare energie.
Deze week mengde de nationale regulator Creg zich in het debat door ineens open op het beleid te gaan schieten of toch op zijn zachts gezegd twijfel te zaaien alvorens er nog maar definitieve beslissingen genomen worden. Een ideaal scenario voor de voorstanders van het status quo ook al wil ik hiermee niet gezegd hebben dat dit het doel van de regulator is.
Inherent dient men toch te weten dat twijfel zaaien de voorstanders van een dergelijk status quo alleen maar meer overtuigd gaat maken met het cliché argument “dat men het niet weet” dus is het beter niets te doen. De nucleaire lobby moet dezer dagen toch een glimlach hebben met het krijgen van zoveel steun uit neutrale hoek.
Erger vind ik dat de regulator zijn missie schijnt vergeten te zijn en dat is het beleid uit te voeren die de politiek verkozenen hebben beslist, natuurlijk mag men zijn advies geven maar om dit open en bloot in de pers te doen ondermijnt hun eigen gezag.
Met het pleiten voor de vrije markt en zogenaamde schaarse marktprijsmechanisme (scarcity pricing model) torpedeert men iedere incentive voor investeerders om miljarden te gaan investeren in nieuwe centrales. Sterker nog men voedt de illusie dat er steeds minder energie nodig is en dat we gerust zonder de oude kerncentrales kunnen, zonder nieuwe gascentrales, etc.
Dat de winters minder streng zijn is zeker een gegeven maar om dan te zeggen dat hierdoor het elektriciteit verbruik veel lager gaat worden is veel te kort door de bocht. Natuurlijk is onze grote zuiderbuur heel belangrijk want, daar anders dan bij ons verwarmt men vaak elektrisch maar bij ons moeten we juist in de andere richting. Weg van aardgas en stookolie om onze huizen te verwarmen en dus naar groene stroom.
Dat bijvoorbeeld de grootste 1500 verbruikers/bedrijven in België al een slordige 50% van de opgewekte elektriciteit verbruiken is wellicht een detail alleen ontgaat mij volledig hoe je deze bedrijven waarvan er een aantal hele grote 24 uur per dag, 7 dagen per week hun machines laten werken in de toekomst aan hun stroom gaan komen.
Men zegt al snel dat een strategische reserve veel betere koop is, welke reserve? De laatste winters waren hilarisch, met momenten werden er bijna boten bij gehaald om voldoende stroom te krijgen. Onze zogenaamde strategische reserves bestaat ook voor een deel uit centrales die binnen een paar jaar niet meer bestaan, sommige daarvan zijn al enkele decennia oud en worden dan snel uit de mottenballen gehaald om dat er geld te verdienen valt. Klimaat wordt dan wel even geparkeerd en uitstoot wordt bijzaak.
Inhoudelijk staan er natuurlijk ook goede zaken, alleen in wiens opdracht wordt zo’n zogenaamde visie of mening naar voren gebracht? Met welk doel? Timing is in ieder geval geen toeval want door het uitblijven van een krachtige regering zijn dit soort torpedo’s redelijk trefzeker.
Dat al onze omringende landen massaal veel centrales de komende tien jaar uit dienst gaan nemen en hierdoor allemaal importeur worden is blijkbaar bijzaak, dat België moet concurreren met veel aantrekkelijkere markten die ook nog eens groter zijn is voor de regulator van geen enkel belang, in het parlement is het ondertussen oorverdovend stil, de bevoegde minister zegt ook niets en de klok tikt verder weg. De regulator speelt een rol maar het is niet de juiste en zeker niet de enige. Waarom betalen wij zoveel voor onze transportvergoedingen? Waarom gaan we honderden miljoenen investeren in ons gasnet om het geschikt te maken voor hoogcalorisch gas terwijl er veel betere oplossingen bestaan? Stuk voor stuk vraagstukken die minstens evenveel aandacht verdienen.
Wordt zeker vervolgd.