Energie-Blog

André Jurres

Nu zijn de Noren wel gezegend met zowat de grootste olievoorraden in Europa, maar anders dan in vele olielanden is de benzineprijs even duur als bij ons. De overheid heeft steeds gehandeld alsof het geen oliebaten had om zijn begroting in orde te houden. Het land zelf gebruikt ook hoofdzakelijk waterkracht om elektriciteit te maken voor zijn 5 miljoen inwoners. 

Als klein land zijn ze er in geslaagd in minder dan dertig jaar het grootste pensioenfonds van de wereld te bouwen met een geschatte waarde van 600 miljard euro, dat komt op € 120.000 per inwoner. Niks, geen gratis politiek, werken tot je 65ste en vooral zuinig zijn, is nog steeds het credo in Noorwegen. Ook hun werkethiek is een zegen, want zaken doen met Noren betekent kunnen vertrouwen op openheid en volhardendheid. Zelf heb ik in 1995 een project samen gedaan met Telenor (Noorse telecom operator) en correctheid viel mij ook op.

De huidige rijkdom die zij vergaard hebben, is vooral voor de toekomst bestemd oordelen ze en niet voor de kortetermijnbehoeften. De verduurzaming is ook bij hun een constante zorg, want zelfs hun waterkrachtcentrales draaien op het maximum en meer energie is nodig. Eén van hun grotere luchthavens draait nu al op biobrandstoffen en de ambities om op zee windmolenparken te gaan bouwen zijn concreet.

Wat ze ook doen is delen. Het grote gasveld Ormen Lange heeft bijvoorbeeld ook aandeelhouders van hun buurlanden zoals Dong. Nu was Dong origineel ook een bedrijf dat zich vooral met de exploratie van olie- en gasvelden bezig hield, maar de samenwerking heeft beide landen alleen maar voordelen geboden. Directe lijnen tussen beide landen zorgen er bijvoorbeeld voor dat de Denen met hun vele windmolenparken energie kunnen exporteren wanneer de Noren deze nodig hebben. In aanvulling van hun waterkracht en andersom kunnen de Denen stroom importeren wanneer er weinig wind is.

Deze samenwerking dient ook met onze buren in Nederland tot stand te komen (naast de klassieke verbindingen op hoogspanningsleidingen die historisch zo gegroeid zijn). Waarom geen stopcontact op zee dat zowel naar het vaste land gaat in Vlaanderen als naar Zeeland om ook daar de windenergie binnen te brengen. Een extra verbinding met Nederland ontlast ook zo de actuele verbinding die al zwaar belast wordt. Dat België/Vlaanderen een grote importeur is geworden blijkt uit de statistieken en we hebben dus op onze grenzen weinig reserve meer over. 

De vele gascentrales van onze Noorderburen zouden uitstekende partners kunnen zijn van onze offshore windmolenparken en zo zou de betrouwbaarheid van levering van deze elektriciteit behoorlijk kunnen stijgen. Zeker gezien het actuele gemis in het Elia-netwerk naar onze Belgische kust dient een tweede aansluiting rechtstreeks tot Tennet in Nederland overwogen te worden.

De Scandinaviër toont al jaren waarom kleine landen dienen samen te werken en wetende dat onze Lage Landen zoveel dichter en eenvoudiger te bereiken zijn is uitstel tot nauwere samenwerking, eigenlijk nalatigheid van beide kanten. 

Zelf zijn we in beide landen actief om duurzame productie te bouwen en uit te baten als producent en merken wij ook hoe verschillend de regelgevingen zijn in beide landen. Een enorme gemiste kans gezien we dienen te concurreren met landen als Duitsland en Frankrijk die veel meer plaats en middelen hebben dan wijzelf. Nu slagen wij er zelfs in België al in om onze regelgeving per regio anders uit te bouwen, maar beide systemen hebben toch al enige successen geboekt. In dit geval zou men in Nederland eerder dienen te gaan leunen op deze positieve ervaringen en kiezen voor hetzelfde zodat we eindelijk een echte Europese zone krijgen (ook al begint deze nog klein).