Energie-Blog

André Jurres

Alvorens verder te gaan op het stuk van vorige week ziet men dat het lange termijn denken nog steeds niet aan de orde is met de overweging om bepaalde kerncentrales langer open te houden waardoor je eigenlijk voor een stuk kapitaal weggooit aan oude technologie en dit omdat we nagelaten hebben om op tijd in nieuwe te investeren.

Maar zoals gezegd werd ik deze week onaangenaam verrast door een calamiteit op een van onze nieuwe biogascentrales die op dit ogenblik in testfase zit. De centrale draaide nog maar net op volle kracht en alle systemen werden dus onder spanning gezet of een vergister verloor zijn volledige inhoud. Het moge duidelijk zijn dat dit niet de bedoeling is, ook al werken we in deze centrale alleen met plantaardige producten zoals energiemaïs, bermgras en ander plantaardig afval.

Het opruimen van 3500-4000 m³ digestaat is een zware klus, maar iedereen kwijt zich voorbeeldig om dit zo snel mogelijk te doen. Ook onze buur, die onze energie voor een groot deel afneemt (industriële fabriek), stelde zich constructief en sportief op door krachtdadig het proces van schoonmaak mee te ondersteunen. De échte vraag hoe een vergister aan de onderkant (en dus niet via zijn ballondak) zijn lading verliest zal het gerenommeerde Duitse bouwbedrijf wel even bezig houden. Belangrijk is nu om eerst alles schoon te maken, dan een analyse te maken (zowel door het bouwbedrijf als door een neutrale expert), en vervolgens correcties door te voeren zodat dit nooit meer kan gebeuren en dan terug aan de slag. In het beste geval kan de centrale op halve kracht terug beginnen werken binnen enkele weken, maar dus wel onder de voorwaarde dat de oorzaak van het verlies van digestaat gekend is, er akkoordverklaring is met de oplossing en alle actoren op de hoogte gebracht zijn. Het bewijst nogmaals dat zelfs door het kiezen van de beste bouwbedrijven in de wereld ieder industrieel proces risico's inhoudt, maar dit is ook een kans om vanuit deze calamiteit te leren en zo de veiligheidsprocessen nog te verbeteren.

Terug naar de lange termijn want de berichtgeving dat de huidige regering overweegt om de nucleaire vergoeding aan te passen (lees: te verlagen) bewijst in ieder geval dat zij besloten heeft dat kost wat kost de centrales langer open blijven. Het is dan ook onwaarschijnlijk geworden dat de FANC aan de druk gaat kunnen weerstaan om de berichtgeving van Electrabel (GDF/Suez) tijdens het bekendmaken van financiële cijfers als toevallig te beschouwen. De manager van GDF/Suez zei gewoon botweg dat de centrales terug geopend worden na de winter wat op zich duidelijk aangeeft waar de echte macht ligt. Zoals steeds in de lichtstad van de wereld: Parijs. Nu heb ik wel begrip voor het teruggrijpen naar gemakkelijkheids oplossingen als men geen alternatief meer heeft. Zoals reeds eerder gezegd: als men maar lang genoeg niks doet (sinds 2003 toen beslist werd om de kerncentrales te sluiten),dan blijft er maar een oplossing over. Toevallig ook nog een die jaarlijks geld opbrengt in plaats van kost (lees: voor de staatskas) en dat is in deze moeilijke budgettaire tijden een verleider die gewoon niet te weerstaan is.

Het moge duidelijk zijn voor eenieder dat als men beslist om de bulk van de basislast (base load) centrales langer open te houden, men nieuwe investeringen niet direct een duw in de rug geeft. Sterker nog, zoals gezegd gebruikt men in de eerste plaats honderden miljoen euro's om veertig jaar oude centrales langer open te houden die men anders in nieuwe oplossingen zou investeren, en anderzijds creëert men geen plaats voor nieuwe productie. Men beseft hopelijk nu toch wel dat de kostprijs per geproduceerde MWh van nieuwe centrales (duurzaam of grijs) niet kan concurreren met afgeschreven kerncentrales en hierdoor de groothandelsmarkt dus direct door overheidsingrijpen grondig verstoord wordt. Zover de vrije markt

Het mechanisme dat overblijft als men de bestaande markt intact houdt is het investeren mogelijk maken door ondersteuning (lees: subsidie). Gezien men ervoor kiest om de groothandelsprijs op het huidige zeer lage niveau te houden - zijnde onder de 50 euro - zal men voor iedere geproduceerde MWh meer dan het dubbele mogen bijleggen als overheid. Eigenlijk doet de Belgische overheid niets anders dan de Duitsers of de Engelsen, namelijk de echte kost van een geproduceerde MWh (die boven de 100 euro per MWh ligt) mee in de begroting nemen. Men kan wel hard roepen dat de prijzen vergelijkbaar dienen te zijn met de ons omringende landen, maar dat betekent wel dat men dezelfde methodologie gaat toepassen.

Iedereen begrijpt uit mijn woorden dat dit dus niet de juiste weg is, maar we zullen het ermee moeten doen, vrees ik, want men ziet gewoonweg geen alternatieven. Het minste wat dient te gebeuren is dat de extra inkomsten uit het langer openhouden van de oude kerncentrales in een apart fonds worden gebracht om nieuwe investeringen te stimuleren. Dat de vorige regering dit volledig heeft nagelaten zorgt trouwens voor een extra put die vroeg of laat toch op ons bord komt. Nu hebben we in België niet zo'n beste ervaring met fondsen die door de overheid als oplossing worden aangeboden (lees: het beroemde Zilverfonds wat een lege doos blijkt te zijn, dit fonds ging mee de toekomstige stijging van de pensioenen betalen, maar werd vooral gebruikt om begrotingen in evenwicht te houden), maar veel alternatief hebben we niet.

De berichten dat hoogspanning netwerkbeheerders, zoals RTE uit Frankrijk, meer capaciteit kunnen sturen kan geruststellend klinken, maar ik durf stellen dat dit averechts kan uitpakken want hierdoor lijkt de urgentie minder groot te worden. Afhankelijk worden van import is meer een deel van het probleem dan de oplossing als men zelf geen langetermijnstrategie heeft. Dit geldt trouwens ook voor onze buurlanden die hun eigen langetermijnstrategie dienen uit te bouwen en deze dienen vervolgens op elkaar afgestemd te worden. Het is zoals met ons Belgisch leger dat haar middelen zo klein ziet worden dat ze zal moeten kiezen: kiest men voor alleen de landmacht of wilt men nog een luchtmacht? Beiden zal niet meer kunnen.

Ook in Nederland is er nu in het noorden een bedrijf dat een rechtstreekse elektriciteitskabel gaat aanleggen naar Duitsland om zo de goedkoop geproduceerde bruine kool MWh te kunnen binnenkrijgen onder het mom van het redden van de werkgelegenheid. Op zich opnieuw een menselijk begrijpbare reactie, maar een die op de lange termijn geen enkele garantie biedt en niet bijdraagt tot een echte oplossing. In Nederland zouden ze zeggen: een houtje-touwtje oplossing geloof ik.

Wat er echt dient te gebeuren? In samenwerking met onze buurlanden moet men durven te vertrekken vanaf een wit blad anders komt men er nooit. Als men steeds als uitgangspunt het bestaande neemt dan gaat men geen nieuwe wegen vinden en vooral het nieuwe onmogelijk maken. Natuurlijk is de bestaande situatie het praktische uitgangspunt, maar slechts nadat men heeft bepaald wat het einddoel is, onafhankelijk van oude concepten die dateren uit het midden van de twintigste eeuw.

Dat wil ook niet zeggen dat alles wat we nu hebben slecht is, integendeel, maar het mag nooit dienen als enige uitgangspunt. Onze huidige economie is nu opgebouwd vanuit een basis van fossiele brandstoffen en andere grondstoffen. Onze toekomstige energiehuishouding kan eenvoudigweg hetzelfde pad van beschikbare grondstoffen niet kiezen want dat is geen alternatief. Fossiele brandstoffen hebben hun langste tijd gehad en niet alleen vanuit hun beschikbaarheid, maar ook vanuit hun haalbaarheid naar klimaat en dus gezondheid. Het IEA heeft duidelijk gemaakt dat fossiele brandstoffen in de grond dienen te blijven en dat onze huidige koers van 3,5 graden opwarming ons allen zeer ongerust dient te maken. Het is positief dat de VS en China hun eerste publieke verklaringen hebben gedaan over de reductie van broeikasgassen, maar de echte test gaan we volgend jaar zien in Parijs. De extra inspanning die nodig is om onder de 2 graden opwarming te blijven is groot, maar kan onze economie ook duurzaam maken en zelfs voor groei zorgen.

Welke keuzes dienen er dan gemaakt te worden want we gaan alles niet meer zelf kunnen doen. Een nauwe samenwerking, zelfs al in de opbouwfase van een lange termijn energiepact met onze Nederlandse vrienden, is meer dan aangewezen. Waarom de hand niet uitreiken naar Ed Nijpels (verantwoordelijk voor het energieakkoord) en dhr. Kamp (Nederlands minister van Energie) en hun vanaf dag een deel laten uitmaken van de uitbouw van onze langetermijnstrategie? Natuurlijk wel met de duidelijke afspraak dat de integratie van een mogelijke langetermijnstrategie voor onze energiehuishouding afgestemd wordt met hun bestaand energieakkoord en dat er zelfs delen worden overgenomen zodat delen van het plan echt geïntegreerd kunnen worden uitgevoerd.