Energie-Blog

André Jurres

Europa gaat nog een tandje of twee bijsteken om onze afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele energie nog sneller te doen afnemen.

 

Daar bovenop nemen enkele landen rond de Noordzee ook nog een extra beslissing om meer wind op zee te gaan plaatsen en tevens het eerste energie eiland mogelijk te maken.

 

Allemaal mooie aankondigingen en maatregelen die zeker nodig zijn.  Dat de meeste extra aankondigingen voor deze extra duurzame productie ingegeven zijn door de korte termijn, lees de oorlog in Oekraïne, doet niets af aan de grond.

 

Energie onafhankelijker worden als Europa is altijd goed ook al moet men Rusland niet als grote schuldige aanduiden.  De afhankelijkheid is met wederzijdse instemming gebeurd en de aard van de leverancier of beter gezegd zijn politieke voorkeur is voor niemand een verrassing te noemen.

 

De bulk van de voorgestelde versnelde inspanningen zijn ambitieus en goed samengesteld alleen blijven er nog zaken onbeantwoord en is het realisme gehalte niet op alle onderdelen even groot.

 

De afhankelijkheid van fossiele grondstoffen zal voor Europa en gegeven blijven de komende decennia gezien onze industrie of toch een deel ervan moeilijk zonder kan.  Nu als we kunnen stoppen op termijn van het verbranden van fossiele brandstoffen dan doen we al aan een enorme efficiëntie verbetering en nog belangrijker en hoofdreden verminderen we de uitstoot.

 

Om zaken toch in hun perspectief te zetten, vergeleken de klimaat(en milieu) uitdaging is de huidige crisis met Rusland over de oorlog in Oekraïne toch echt klein bier ook al maakt dit het drama dat daar plaats vindt niet minder erg.

 

Terugkomend op de inhoud is de het ambitie om in Europa tegen 2030 600 GW extra zonnepanelen te installeren, een mooie ambitie alleen mag ik hopen dat er enige afstemming komt over waar deze 600 GW het best komt want je kan deze niet los zien van bijvoorbeeld systeemintegratie, lees opslag, en hier hebben sommige landen betere troeven dan andere.

 

Laat ons deze keer echt Europees denken en kiezen voor die landen die enerzijds veel plaats hebben maar vooral ook veel zon!  Griekenland, Spanje, Portugal, Zuid-Italië om er maar enkele te noemen zorgen gewoon voor een dubbel zo hoge productie door zon dan in onze Noord Europese landen.  De gekheid die nu in Nederland heeft toegeslagen om grote zonneparken op land te bouwen zonder ook maar even na te denken over systeemintegratie en lokale energie behoeften heeft er nu voor gezorgd dat al meer in de helft van dit land het netwerk het niet meer aankan.

 

In Zuid Europa hoef je allang geen subsidie meer te geven voor de parken zelf, ook al zal je nog wel dienen ondersteuning te geven voor optimale systeemintegratie door investeringen in opslag door waterstofproductie, batterij en netwerkversterking mogelijk te maken.

 

Voor wind op zee hebben enkele landen rond de Noordzee nu ook hun ambitie nog eens verhoogd en mikken de landen Denemarken, Duitsland, Nederland en België op het realiseren van nog eens 160 GW tegen 2030.  Of dit realistisch is gezien deze windmolens nog gebouwd, vergund en aangesloten moeten worden zullen we zien maar ook hier zal de lokale overheid een behoorlijke versnelling hoger moeten gaan.

De ambitie voor biogas/groen gas is ook bewonderingswaardig maar totaal onrealistisch zowel in omvang als wenselijkheid.  Hij staat zelfs op spanning met de klimaatobjectieven want de bulk van biogas wordt opgewekt met mest van varkens en koeien.  De objectieven in verband met reductie van stikstof en methaan uitstoot door de intensieve veeteelt is een absolute must en is nog belangrijker dan meer duurzame energie bouwen om onze verslaving aan de import van olie en gas te doen afnemen.

 

De beste uitstoot is degene die je voorkomt en dat geldt zeker voor de geplande forse reductie van intensieve veeteelt. 

 

Verder is het potentieel voor biogas toch eerder beperkt te noemen en zelfs marginaal op voorwaarde dat de veestapel inderdaad ook meer dan gehalveerd zal worden.  De overschotten van mest zullen dus gaan verdwijnen hierdoor en dus ook de basis voor de “feedstock”.  Biogas gaan opwekken met plantaardige landbouwproducten is gewoon niet rendabel en te duur.  Biogas zal steeds een kost houden van 150-200€ per MWh uur wat betekend dat je geen enkele kans hebt om ooit de subsidie af te bouwen.  Datzelfde geldt trouwens ook voor biomassa.  Als je de subsidie morgen stopt is het game over voor nieuwe investeringen.  De bestaande biomassa centrales zullen wij blijven bestaan met de huidige elektriciteitsprijzen op de stroombeurzen maar dat is het dan ook.

 

Wat toch wel ontbreekt is een even concreet plan om energieverbruik te gaan reduceren met tientallen procenten.  Nochtans zeker mogelijk alleen moeilijk zonder systeemverandering.  Een aanpassing van ons economisch model dringt zich op van absolute productie naar duurzame productie.  Het altijd meer principe of beter bekend het model van eeuwige 2% economische groei is ten dode opgeschreven in een duurzame wereld van morgen waar de resources gebruiken die de planeet jaarlijks produceert en niet meer.  Onze economie is gewoonweg veel te groot geworden en alles dat er bij is gekomen sinds jaren zestig is eigenlijk vet.  Klinkt hard maar we gaan niet anders kunnen dan terug wat meer als onze grootouders te gaan leven, eten met het seizoen, lees lokale groenten, stoppen met ingevlogen garnalen bijvoorbeeld, 1 vakantie per jaar in plaats van 3, en zo kun je nog wel even doorgaan.  Ieder van ons weet heel goed wat ik hiermee bedoel maar dat maakt de uitdaging niet minder groot. Ook ik worstel hiermee, wat kan en wat kan niet meer.  Onze Europese leiders gaan hopelijk mee het goede voorbeeld geven.