Niet iedere week zijn het hoogtij dagen in de duurzame energiesector, maar twee investeringen kregen toch de nodige aandacht, de ene positief en de andere negatief.
In Duitsland besliste de regering over de uitrol van een nationale snelweg voor waterstof van meer dan 9000 kilometer. De investering gaat zo’n 19.5 miljard Euro kosten en zal tegen 2032 operationeel zijn. Nu wordt er gebruik gemaakt van zo’n 60% van de bestaande pijpleidingen maar toch, een land van de omvang van Duitsland die dit klaar krijgt tegen 2032 chapeau.
Nu moet het natuurlijk nog wel gebeuren en nog niet alle netbeheerders zijn aan boord, maar het verschil met Nederland is toch wel wat pijnlijk. Gezien de beperkte geografische omvang van Nederland, maar vooral het dichte gasnetwerk als één van de historische grondleggers van het gebruik van aardgas is de snelheid van uitbouw veel te langzaam.
De recente aankondiging dat de Delta Rijn corridor maar liefst een additionele vier jaar vertraging oploopt, is onverantwoord. Onze industrie verdient echt beter en nog meer onze verduurzaming. Dat men nu spreekt van 2032 wat toevallig dezelfde einddatum is van het 9000 km lange toekomstige waterstofnet in Duitsland, zal wel toeval zijn, maar het maakt het nog schrijnender.
Het objectief in Nederland is een kleine tien keer beperkter qua omvang, maar men heeft gekozen voor de op papier meest efficiënte oplossing. Natuurlijk is het maken van één gleuf waar dan alles tegelijk wordt ingelegd op papier de beste oplossing alleen hoelang gaat het duren om dit met alle betrokkenen af te stemmen.
CO2, ammoniak, groene waterstof, CO2, etc… alles in één gleuf. Dit mag dan de gewenste oplossing, zijn heeft iemand al even uitgerekend hoeveel deze vertraging kost aan de Nederlandse en Duitse economie? Het is een veelvoud van de zogenaamde besparing om alles in één keer te leggen.
Nu is de verduurzaming van onze economie en bij uitbreiding onze samenleving één van vallen en opstaan en kun je bovenstaande met de mantel der liefde toedekken, alleen zitten we nu nog steeds in de fase van het laaghangende fruit. De eerste 50% verduurzaming is nog te overzien, maar de tweede helft vraagt de uitbouw van een visie en stappenplan. Niet alleen per onderwerp, maar ook op systeemniveau. Alles is verbonden aan elkaar en heeft een impact op elkaar.
Ondertussen in België werd de terechte met veel bombarie aangekondigde primeur van het eerst energie-eiland op de planeet onderhevig aan hevige tegenwind. De explosie van de investeringskost laat het slechtste vermoeden. Zeker gezien de aankondiging dateert van nog geen jaar geleden. Hoe is de begroting voor een dergelijk project tot stand gekomen? De bedrijven die erbij betrokken zijn, hebben toch allemaal meer dan genoeg ervaring om een gedetailleerde begroting te maken?
Nu moeten we het kind niet met het badwater weggooien, gezien het belang van deze fase waar het normaal is dat er nog veel fouten worden gemaakt. Alleen moeten onze bedrijven en burgers hier niet de dupe van worden. De betrokken bedrijven dienen hier meer risico te nemen en deze investering kan over veertig tot vijftig jaar afgeschreven worden. Het is ook een infrastructuurproject dus wellicht kan de overheid hier voor een deel aan bijdragen.
Wat wel kwalijk is, is dat men blijkbaar al enige tijd terug is verwittigd. De federale regulator Creg had al enkele maanden geleden aan de bevoegde minister laten weten dat de kosten de pan ?uit rijzen en een herziening nodig is. Wellicht spelen de verkiezingen hier een rol, maar voor de geloofwaardigheid van de politiek is dit geen goede zaak.
En toch moeten we als samenleving aanvaarden dat we een deel van onze welvaart dienen te investeren in de volgende generaties, zodat ook zij een kwalitatief leven kunnen leiden. Net zoals onze ouders voor ons gedaan hebben. Pek en veren zijn misschien op hun plaats, maar niet naar de projecten toe, maar wel naar de verantwoordelijken die of geen “sense of urgency” hebben in het geval van het uitstel in Nederland met de snelweg van de toekomst voor waterstof, of in België om hun nek uit te steken voor een gewaagd project dat wel noodzakelijk is als je wind op zee gaat uitbouwen in Noordwest-Europa.