Energie-Blog

André Jurres

De transitie van olie, steenkool en aardgas als primaire aandrijfbron van onze economie is niet langer houdbaar en maakt een enorme omwenteling in onze samenleving onvermijdelijk.  Maar de weg naar een duurzame economie met duurzame grondstoffen is bezaaid met hindernissen en vergt ook zeer grote systeeminvesteringen.

In 1815 waren er op onze planeet 1 miljard mensen en amper 200 jaar later zijn we op weg naar de 10 miljard. De behoeften van de samenleving zijn in die twee eeuwen enorm veranderd en gaan vandaag veel verder dan het strikt levensnoodzakelijke. Hierdoor is ons energieverbruik jaar na jaar de hoogte in gegaan en deze trend gaat onverminderd door.    Tegelijk heeft de recente oorlog in Oekraïne duidelijk aangetoond hoe kwetsbaar Europa is: plots moesten we de import van aardgas drastisch wijzigen. In 2022 gaf Europa bijna 1000 miljard euro uit aan de import van fossiele grond- en brandstoffen en werd duidelijk dat onze economie dergelijke schokken maar moeilijk kan opvangen. 

De kostprijs van onze op fossiele grondstoffen gebaseerde economie wordt steeds moeilijker te dragen en hierin liggen opportuniteit en noodzaak naast elkaar.  Door import te vervangen door lokale productie van groene energie, wordt Europa minder afhankelijk van import en grote prijsschommelingen. Duurzame energie is niet alleen goed voor het klimaat, maar ook voor de portemonnee. Eén van de belangrijke bouwstenen voor onze toekomstige economie is duurzame geproduceerde waterstof.

Waterstofsector onder constructie op vooravond van enorme groei

De opwinding en ongeduld over het ontstaan van een groene waterstofmarkt neemt toe en daarmee ook het aantal meningen. De verwachtingen zijn niet zozeer onrealistisch, maar het ongeduld is gewoon groot. 

Zelfs de beperkte ambities in België voor lokale groene waterstofproductie blijken op korte termijn niet haalbaar.  Dat is niet door het ontbreken van potentieel, wel door het niet respecteren van de aanwezigheid van een aantal schakels. Want de energiemarkt is een keten met schakels die op de juiste volgorde dienen te worden uitgebouwd en aangesloten.

Om groene waterstof te maken heb je grote hoeveelheden groene stroom nodig en die is vandaag niet aanwezig. Het Europese doel om alleen al in de Noordzee 300 GW aan windparken te bouwen is één van die belangrijke schakels.

Een tweede schakel is voldoende schaalgrootte. We moeten de fabrikanten van groene waterstofapparatuur de tijd te geven om op hun huidige productieniveau van enkele Megawatt op te schalen tot 1 of meer Gigawatt.  Hier kun je geen bochten afsnijden en dit kost nog zeker drie tot vijf jaar. Zolang deze opschaling niet heeft plaatsgevonden is enerzijds de vereiste capaciteit onbestaande en anderzijds de kostprijs en dus de investering te hoog.

Even belangrijk om te kunnen opschalen zijn nationale waterstofpijpleidingnetwerken verbonden met ondergrondse opslag. Door grootschalig geproduceerde waterstof voor langere tijd op te slaan, beschikken we in periodes met weinig wind en zon nog over voldoende schone én betrouwbare energiedragers om in de energiebehoeften van onze samenleving te voorzien.


 

Verduurzaming van onze industrie

Onze toekomstige grote elektriciteitsproductie op de Noordzee kan de motor worden voor onze industrie. Hierin dienen we in ieder geval de volgende zaken mee te nemen:

  • Stimuleer raffinaderijen om groene waterstof te gebruiken bij de productie van diesel en benzine. Deze maatregel (“de raffinageroute”) moet zekerheid bieden dat groene waterstof wordt afgenomen van elektrolysers, bijvoorbeeld door het vanuit EU-wetgeving verplichte waterstof-subdoel voor brandstofleveranciers te verhogen en te verbinden met de mogelijke inzet van groene waterstof in raffinaderijen. De raffinageroute zou ook na 2030 mogelijk moeten zijn en ondersteund worden met multipliers.
  • Stel een verplichting in voor de industriesectoren die vandaag al waterstof gebruiken. Deze verplichting kan een in groeipad van groene waterstof in de industrie inzetten en gepaard gaan met subsidiemiddelen. In eerste instantie voor productie- en op termijn ook met vraagsubsidies.
  • Ook moeten maatregelen worden genomen zodat het downstreamgedeelte van de waardeketen zal volgen. Dat betekent dat de vraag naar op groene waterstof gebaseerde producten zoals groen staal, ammoniak en meststoffen, methanol, cement, aluminium of glas moet worden aangemoedigd. Doordat gesubsidieerde groene waterstof wordt ingezet zijn de meerkosten voor de industrie beperkt.
  • Industriesectoren, zoals de staalsector, die nog geen waterstof gebruiken in het productieproces krijgen een tijdelijke vraagsubsidie en zullen vervolgens stapsgewijs ingroeien in de industrieverplichting. Ook daar zal de verplichting verder in de keten worden doorgelegd.
  • Voor de transportsector wordt ingezet op o.a. synthetische kerosine (eSAF) met een subdoel in de jaarverplichting en waterstof voor de maritieme sector. Stimuleer enkel waterstof in zwaar wegvervoer en professioneel vervoer, voor ander landtransport kan worden ingezet op directe elektrificatie.
  • De bouw- en landbouwsector dienen hierbinnen worden meegenomen gezien hun vele zware machines.

 

Ondanks de sterke groei van duurzame energieproductie, zien we het huidige gebruik van fossiele brandstoffen nog niet afnemen. De regelgeving dient de energietransitie verder te ondersteunen door de reductie van broeikasgassen centraal te stellen in plaats van het aantal GW aan wind- of zonne-energie. En enkel als men over de hele energieketen in de juiste volgorde gaat denken zullen we in staat zijn om olie, aardgas en steenkool te vervangen.