Recent was ik op uitnodiging van een kennisinstelling die een debat organiseerde over investeringen in het Ruhrgebied in Essen. Naast mijzelf waren in het panel ook de minister van klimaat, energie, innovatie van Noord Rijn Westfalen aanwezig, een liberaal parlementslid uit Berlijn en een professor van een kennisinstituut.
Wat opviel in de gepresenteerde statistieken is de enorme afname van investeringen in het Ruhrgebied. Onrustwekkend zeker, maar zeker geen losstaand feit. Onze industrie in Noord West Europa heeft het immers moeilijk en kreunt onder het gebrek aan competitiviteit ten opzichte van de Verenigde Staten en China. Vooral de nutsvoorzieningen zoals energie kosten hier vele malen meer.
Of het nu aardgas is of elektriciteit, we spreken al snel over een factor drie tot vijf. Voor de productie van basisproducten kan dit niet zonder gevolg blijven. Dat de chemische bedrijven momenteel op maximum zeventig percent van hun capaciteit draaien betekent dat ze in overlevingsmodus draaien. Veel geld zal er dus niet verdiend worden momenteel.
Naast de enorme stijging van onze energiekosten komen de nutsbedrijven zoals netwerkbedrijven met aankondigingen van gigantische stijgingen in prijs om elektriciteit te transporteren. Dit is dan vooral nu in Nederland en België en andere landen zullen volgen.
De regulatoren die de tarieven van de hoogspanningsbeheerders goed moeten keuren hebben een beperkt mandaat en kijken met name naar de rechtvaardiging van deze prijsstijgingen. Als de cijfers kloppen keuren ze deze in de regel goed en worden deze op de markt losgelaten.
De politiek staat er ondertussen bij en kijkt ernaar, men is misschien vergeten dat sinds de inval in Oekraïne door Rusland de stroomprijzen maal twee zijn gegaan en de gasprijzen nog meer zijn gestegen. Maar deze energiehandicap ten opzichte van de andere economische reuzen in de wereld was blijkbaar nog niet voldoende.
Vorige week kwam de Nederlandse regulator ACM ook met een nieuw konijn uit de hoed: men vindt dat ook de stroomproducenten een injectietarief moeten gaan betalen. Wederom theoretisch niets mis met deze redenatie gezien bijvoorbeeld de noodzakelijke investeringen om onze windparken op zee aan te sluiten en de capaciteit op het land te verbeteren, alleen is Nederland geen eiland. De verschillen met alleen al onze buurlanden worden immers nóg groter als je zoiets éénzijdig doorvoert, gevolg is dat je eigen industrie nog meer gaat kreunen. Los van het feit dat je op deze manier ook het laatste restje zin fnuikt om investeringen te gaan overwegen in heel dure windparken op zee!
Timing is belangrijk en wellicht kan men deze wereldvreemde actie niet los zien van een politieke klasse die geen enkele visie heeft op het economisch model van morgen. De waan van de dag regeert helaas sinds jaar en dag en zaken zoals migratie staan bovenaan. Natuurlijk is het een klassieke truc: altijd zeker van scoren als je een externe vijand zoekt dan je eigen falen, maar hier speelt men met de welvaart en welzijn van morgen!
Terugkomend op het door mij bijgewoonde debat was het opvallend te noemen dat bij afsluiting de politieke afgevaardigden vroegen om op de hoogte te worden gehouden over het proces waar wij in zitten om investeringen te gaan doen in Essen en Gelsenkirchen. Ze vroegen om een overzicht van zaken waar wij tegenaan lopen zodat zij deze obstakels konden wegwerken om zo investeringen nog beter te faciliteren. Deze proactieve houding is te prijzen en kom je jammer genoeg nog niet vaak genoeg tegen, ook al is de industrie een bondgenoot voor de overheid en geen tegenstander.
Op dit ogenblik zie je in Nederland helaas eerder meer obstakels dan minder komen en dit op een ogenblik dat men in de Verenigde Staten met enorme steun werkt om nieuwe investeringen aan te trekken. Dichter bij huis zijn trouwens buurlanden ook druk in de weer om investeringen aan te trekken, dit is goed te zien door de vele investeringen in Noord Frankijk waar de Franse regering er veel aan doet om deze regio zich opnieuw te laten uitvinden. Heb je veel stroom nodig, dan kan men aldaar prijzen op maat krijgen. De overheid in Frankrijk heeft dit uiteraard ook veel beter in de hand gezien de grootste energiebedrijven in staatshanden zijn\, maar toch, de incentive om te investeren wordt van overheidswege gesteund.
De verduurzaming van de Nederlandse economie staat weliswaar in theorie nog hoog op de agenda, de wil en daadkracht om hier voldoende ruimte voor te maken en houden is er minder. Zelfs vanuit de Europese Commissie wordt de Green Deal ingeruild voor een andere deal die onze industrie hier moet kunnen houden. Een terecht aandachtspunt maar waarom zou de Green Deal niet samen gaan met de uitbouw van onze industrie weg van fossiel?